woensdag 26 maart 2008

Eindelijk foto´s

Eindelijk lukt het om wat foto´s te plaatsen! Ze staan min of meer in chronologische volgorde, beginnend in Buenos Aires. Meer volgt!

Buenos Aires: toespraak presidente
Toespraak presidente BA

Salta: hond op dak
Hond op dak in Salta

De weg naar Cachi
De weg naar Cachi

Jawel, de maté!
Mate
Koken langs de weg
Photobucket
Pujllay
Photobucket
Tarabuco
Photobucket
Mercado Central Sucre
Photobucket
Op het Plaza met de straatjongens
Photobucket






dinsdag 25 maart 2008

Bolivia: Que paso?

De Semana Santa zit erop en het ´normale´ leven is weer begonnen. Het eind van mijn Sucre-periode is alweer in zicht, wat gaat dat snel! Deze week heb ik privéles, wat minder gezellig is maar wel beter voor mijn Spaans. En maandag vertrek ik dan naar La Paz, om twee maanden vrijwilligerswerk te doen. Op zich wel jammer om Sucre alweer te verlaten, zeker nu mijn Spaans wat beter is en ik gemakkelijker met mijn familie kan communiceren. Bovendien blijven de meeste mensen die ik hier ontmoet heb nog een aantal weken hier. Maar het is ook erg leuk en spannend om weer wat anders te gaan doen, in een andere omgeving en met nieuwe mensen.

Zoals ik al vertelde, was er donderdagnacht een grote tocht de berg op. Deze tocht, die eigenlijk een soort kruistocht was, was echt erg bijzonder en indrukwekkend. Er liepen ontzettend veel mensen mee, en de weg was slechts verlicht door de (volle) maan. Boven op de berg staat een groot Jezusbeeld, waar iedereen een kaarsje kon aansteken. Er zijn in principe twee belangrijke tochten, deze donderdagavondtocht en de vrijdagmiddagtocht over het Plaza. Bij de laatste wordt een kist met het ´lichaam´ van Jezus rondgedragen. Deze tocht is formeler, met veel militairen en harmonieen. De bergtocht is eigenijk meer iets voor de jongeren geworden, en ik werd dan ook al gewaarschuwd voor alle dronken mensen en relletjes die er zouden ontstaan. Niets van dit alles echter, boven op de berg heerste een gezellige sfeer. Veel jongeren blijven boven kamperen en maken kampvuurtjes. Er stond een grote wagen met muziek-Paasmuziek? Misschien is dit voor veel mensen niet sober genoeg voor Pasen, maar ik vond het wel een mooie gebeurtenis.

Donderdag en vrijdag waren ook de dagen voor de Paaslunch. Wat een feest! Omdat er geen vlees gegeten mag worden met Pasen, betekende dit een volledige traditionele vegetarische maaltijd. Aardappelsoep, gevulde choclobladeren (soort grote mais) en Arroz con leche, rijst in gecondenseerde melk. Erg lekker, hoewel mijn mening niet gedeeld werd door mijn ´broers´. Zij weigerden te eten: een maaltijd zonder vlees is namelijk geen maaltijd.

Omdat de hike die we dit weekend zouden ondernemen al volgeboekt was, ben ik met Bianca (NL) en Isabel (Zwitserland) twee dagen naar Potosí geweest. Zeker de moeite waard! Potosí is een stad op zo´n drie uur rijden ten zuiden van Sucre, en het is met een ligging op meer dan 4000 meter de hoogstgelegen stad ter wereld. Dat merk je wel! Potosí staat vooral bekend om zijn Cerro Rico, Rijke Berg: de zilvermijnen. Men zegt dat het kapitalisme destijds in Potosí is geboren, toen de Spanjaarden de mijnen gingen exploiteren. Al jaren werken er duizenden mensen in de mijnen, aantal en salaris is afhankelijk van de internationale markt. Momenteel gaat het redelijk goed en verdienen de mijnwerkers aardig, maar er zijn tijden geweest dat ze nog geen 300 bolivianos per maand verdienden (30 euro). Het werk is vreselijk, zwaar, ongezond, vermoeiend. De mijnwerkers werken uren achter elkaar zonder pauze. Dit houden ze vol door continue coca te kauwen, wat de honger en de vermoeidheid tegen gaat, en door het typische mijnwerkersdrankje te drinken: vloeistof met een alcoholpercentage van 96%. Een mijnwerker wordt gemiddeld tussen de 35 en 40 jaar oud. De mensen wonen bij de mijnen. Wat een leven! Er werken ook veel kinderen in de mijn, jongens vanaf een jaar of 12. Het probleem is natuurlijk de armoede en gebrek aan opleiding, maar de mijn is, net als de coca, ook een deel van de identiteit van de mensen uit Potosí. Generaties na generaties werken in de mijn en het wordt gezien als iets om trots op te zijn.

Met een sjofele organisatie hebben we de mijnen bezocht. Onze min of meer Engelssprekende gids vertelde dat hij zelf van zijn 13e tot zijn 20e in de mijnen heeft gewerkt. Dankzij het toerisme kan hij nu op een andere manier leven, wat natuurlijk goed is, maar toch voelde het een beetje vreemd om de situatie van de mijnwerkers op die manier te gaan bekijken. We werden uitgerust in een compleet mijnwerkerspak, inclusief helm (waar ik later nog ontzettend dankbaar voor ben geweest). Na cadeautjes te hebben gekocht voor de mijnwerkers, cocabladeren en sigaretten (ehmm..juist) en een uitgebreide inleiding konden we dan echt de mijn in. Het was een bijzondere en enigszins traumatiserende ervaring.. Wat zijn die gangen smal! Soms moesten we op handen en voeten door de openingen kruipen. De grond is nat en glibberig, de gangen gaan alle kanten op (ook naar boven en beneden). In de verte hoor je de dynamietexplosies. Wat was ik blij toen we er weer uit waren. En dan te bedenken dat de mijnwerkers dit dagenlang, jarenlang achter elkaar doen, met kilo´s steen op hun rug. De lucht in de mijnen is slecht, soms kun je bijna niet ademen. Sommige delen zijn erg koud, anderen weer heel warm. Bij de ingang van elke mijn staat een Tio, een beeltenis van wat de christenen de duivel noemen. Voor de mijnwerkers is dit echter hun god, Tio beschermt hen. Elke dag wordt er coca en alcohol aan de Tio geofferd, om te voorkomen dat hij de mijnwerkers tot zich neemt. De mijnwerkers noemen deze figuur hun god, Dios in het Spaans, maar omdat de klank ´Di´ niet bestaat in het Quechua, de taal die de meeste mijnwerkers spreken en spraken, werd dit Tio, wat de Spanjaarden associeerden met de duivel. Interessant.

Het is sowieso echt erg interessant om het syncretisme te zien dat overal plaatsvindt tussen het katholieke geloof en het geloof in Pachamama, Moeder Aarde. Zo werd vorige week zondag vol overgave Pujllay gevierd in Tarabuco, en begint de dag erna de Semana Santa overal. Gisteren bezocht ik het textielmuseum hier in Sucre, waar aandacht besteed werd aan de verschillende manieren van Pachamama-verering. Men gelooft dat sommige stenen spirituele krachten bevatten en voorheen een belangrijk persoon geweest zijn. De heiligenbeelden, zoals wij die zouden noemen, bestaan dan ook gewoon uit rotsen met daaromheen kleding of verf. Aan deze stenen worden schaaltjes geofferd met miniaturen. Deze miniaturen staan voor bepaalde belangrijke dingen, zoals goud, zilver, graan, of voor meer concrete dingen zoals een huis of een baby. Het grappige is, dat er ook miniaturen zijn die staan voor Jezus; complete versmelting dus. Het museum was sowieso erg interessant, maar het is ook erg apart om dingen in het museum te zien die je ook gewoon op straat kan zien. Gewoonlijk zie je in musea dingen van vroeger, of van ver weg, maar hier stap je het museum uit en zie je alle museumstukken in werkelijkheid. Dit laat ook weer de aparte situatie zien waarin Bolivia zich bevindt: modern en traditioneel, het lijken bijna tegenpolen. Men beseft dat het land over een grote culturele rijkdom beschikt, maar natuurlijk wil men ook moderniseren of westerniseren. Maar de tentoongestelde textiel wordt door veel mensen (nog?) dagelijks gedragen, de miniaturen kun je kopen op de markt.

Over markt gesproken: de markten zijn hier echt fantastisch. Je kunt er urenlang overheen lopen en alleen maar kijken en je verbazen over wat er allemaal te koop is. Van fruit en groenten tot kinderkleding, van spijkers en schroefjes tot warme maaltijden, van schoolboeken tot geneeskrachtige kruiden en televisies; echt alles. Elk deel van de koe kun je krijgen, met of zonder vacht. Gefrituurde darmen, wat een lekkernij. Vage vruchtensapjes, gelatine met slagroom in alle kleuren. Echt fascinerend. In La Paz schijnen de markten nog groter en chaotischer te zijn, dus daar kan ik me op verheugen.

Verder probeer ik in de politieke chaos van dit land enige structuur te herkennen, maar wat me vooral opvalt is dat het vooral afhangt van met wie je praat welk verhaal je te horen krijgt. De strijd om de hoofdstad gaat door, en het ´feestje´ waar ik het vorige keer over had (de demonstratie) is nog behoorlijk uit de hand gelopen. Café´s en restaurants om het Plaza moesten zelfs sluiten. Waar het volgens mij op neerkomt, is dat Evo Morales vooral stemmen heeft in het westen van het land; La Paz, Potosí en Uyuni. Dit zijn de plaatsen met de grootste indigobevolking. Evo laat zich echter in de rest van het land amper zien en heeft Sucre, toch de officiele hoofdstad, slechts één keer bezocht. Dit betekent eigenlijk dat hij Sucre niet erkent als hoofdstad, waarmee hij dan weer veel mensen voor het hoofd stoot. Hier in Sucre zie je veel graffiti en posters tegen Evo Morales en zijn plannen, terwijl je in Potosí inderdaad juist positieve reclame zag. ´Evo is de perfecte president´, ´Lang leve Evo´. Mijn familie, die erg anti-Evo is, noemt zijn manier van besturen echter een dictatuur, omdat hij zich totaal niet ophoudt aan de meningen van de verschillende departementen.

Dat het nogal een rommeltje is mag in ieder geval duidelijk zijn. Zoals de gids in de mijnen zich ook al afvroeg: wat is er toch met Bolivia gebeurd? Het land heeft alles, een vruchtbare bodem, bergen vol met mineralen, het ligt centraal en kan dus handelen met alle omringende landen. Toch is het grootste deel van de bevolking arm, in de steden zijn ontzettend veel straatkinderen. Er zijn geen sociale voorzieningen, wat ervoor zorgt dat veel oude mensen dakloos en hulpeloos op straat leven, zonder gezondheidszorg en zonder inkomen. De oorzaken zijn natuurlijk gecompliceerd en veelvoudig, maar toch. Een klein, onbenullig landje als Nederland heeft alles, en wat heeft een land als Bolivia, met al zijn mogelijkheden...?

Wat Bolivia in ieder geval wel heeft, is een prachtige natuur. Alleen al het onderweg zijn van de ene plek naar de andere plek is een bijzondere ervaring. Overal om je heen bergen, zover als je kunt kijken. En daar tussen valleien met kleine dorpjes, velden met lama´s, vreemde cactussen en hier en daar een straatmarkt. Daar zal ik dan ook zeker nog van genieten de komende tijd!

dinsdag 18 maart 2008

Fiesta fiesta

En jawel, ook de Bolivianen houden van feestjes.. Mijn feestweekend begon vrijdagavond, met een afscheidsdiner dat gehouden werd voor Ronnie, de man van mijn ´gast´zus Mauren. Hij vertrekt vandaag naar Buenos Aires voor studie, en de familie was uitgenodigd om afscheid van hem te nemen. En tja, familie.. daar hoor ik ook bij. Hoewel ik er een beetje tegenop zag, viel het allemaal best mee; het was vooral veel eten en drinken, en toch ook vooral aardig dat ik was uitgenodigd. Vervolgens werd mijn feest voortgezet met andere studenten van de Academia, en wel in een heuse karaokebar! Dat is hier behoorlijk populair, en dan niet op de manier die je zou verwachten (= in combinatie met veel alcohol). De karaoke-sterren nemen hun taak bijzonder serieus en de meest zoete, verschrikkelijke liedjes worden met veel gevoel ten gehore gebracht. Natuurlijk hebben wij ook bijgedragen, met een mooie versie van Losing my Religion.. Juist. Daarna konden we onze salsakunsten vertonen in een discotheek, waar de alcohol wél rijkelijk vloeide (volgens mijn leraar drinken Bolivianen zeven dagen per week). Afgewisseld met hier en daar een Backstreetboys nummer was ook dat een hele ervaring.

Zaterdag bestond mijn feest vooral uit niets doen en genieten van het heerlijke weer. Als het goed is, is de regenperiode voorbij en kan ik nu nog twee weken lekker zonnen. Zondag al vroeg vertrokken naar Tarabuco, waar het lang aangekondigde Pujllay plaatsvond. Zelfs de president zou aanwezig zijn, dus wij verwachtten wel een spektakel. Tarabuco bleek echter een rustig dorpje, met in het centrum een grote markt. Rondom het centrale plein dansten wat groepen, en verder waren er vooral veel mensen, mensen, mensen en toeristen. Op zich leuk om te zien, maar de afwisseling ontbrak een beetje. Pujllay is trouwens geen carnavalsfeest, maar een herdenking van een veldslag tegen de Spanjaarden die de inwoners van Tarabuco destijds hebben gewonnen. Daarbij is het een verering van Pachamama. De dansers dragen zware schoenen met dikke zolen en allerlei bellen en dergelijken, om contact te maken met Moeder Aarde en de trillingen als het ware door te geven. Heel mooi om te zien. En aangezien het ook in Tarabuco, onverwacht omdat het behoorlijk hoog gelegen is, prachtig weer was, was zondag ook zeker een feestdag voor mij.

Deze week is natuurlijk ook om andere -meer christelijke- redenen een feestweek, want het is Semana Santa. Tot nu toe bestaat die hier vooral uit ontzettend veel palmtakken rondom de kerken. Het weekend schijnt wel bijzonder te zijn, donderdagnacht is er een grote tocht de berg op, naar een Jezusbeeld dat daar staat. Wij gaan waarschijnlijk ook mee, omdat het een bijzondere happening schijnt te zijn. Vrijdag en zaterdag zijn er meer tochten en natuurlijk veel diensten in alle tientallen kerken die hier zijn. Ook mag er geen vlees gegeten worden, wat hier toch voor veel mensen echt een opgave is, en ook mag er geen alcohol gedronken worden. De café´s en discotheken zijn zelfs gesloten! Wat wel grappig is om te weten, is dat deze situatie verder alleen voorkomt als er verkiezingen zijn; ook dan mag er niet gedronken worden en worden café´s gesloten.

Momenteel is er buiten een ´feestje´ gaande, want er is weer een aantal mensen aan het demonstreren. Ditmaal vóór het aanstellen van Sucre als nationale hoofdstad. Het ziet er allemaal gezellig uit, muziek erbij, wat vuurwerk. Leuk.

Maar in het algemeen kan ik wel zeggen dat het een beetje een feestje is om hier te zijn. Het weer is goed, de lessen zijn leuk (hoewel vorige week leuker dan deze week, mijn lerares is saai...), mijn ontbijt en lunch worden elke dag voor me gemaakt, ´s avonds gaan we uit eten. Op de markt kun je de heerlijkste versgemaakte fruitshakes krijgen voor 2 Bolivianos (0,20 eurocent), en dan krijg je ook nog twee glazen. Langs de weg kun je Oreo´s met dulce de leche kopen, of empanadas, of perziken, of pindasap (dat was niet zo´n succes.. maar goed). De omgeving van Sucre is heel mooi, dit weekend gaan we twee dagen hiken in de bergen. Vlakbij liggen een aantal mooie watervallen. Als je op het centrale plein zit, raak je binnen de kortste keren in gesprek met de verkopers en de straatkinderen (ook als je niets koopt!). Voor een paar euro kun je de mooiste alpaca-truien kopen (ik stimuleer gewoon de Boliviaanse economie hoor, ook belangrijk). En bij stamcafé Joyride (van de Academia) kun je elke dag leuke films kijken. Met andere woorden: het leven in Sucre is zo slecht nog niet.

Besos!

vrijdag 14 maart 2008

Het leven van alledag

Ik ben nu zo´n vijf dagen in Sucre, Bolivia, maar het lijken wel vijf weken. Ik heb het ritme hier helemaal te pakken en mijn dagen hebben een verdacht vaste structuur, zeker in vergelijking met de afgelopen reisweken. Elke dag opstaan rond 7 uur, ontbijten, beetje studeren en de stad verkennen (musea, kerken etc.), lunch met de familie, les van half 3 tot half 7 en daarna nog wat eten of naar de film met mijn medestudenten. Op die manier vliegt de tijd dan ook. Klinkt misschien een beetje saai, maar het bevalt me prima. De Spaansles en ook het Spaans praten de hele dag (behalve ´s avonds met de andere studenten) is behoorlijk vermoeiend, maar ook erg leuk. Het is een erg concrete manier van studeren, weer eens wat anders dan antropologie.

Sucre is een erg leuke stad om langere tijd te blijven. Veel leven op straat, veel ´bezienswaardigheden´ en een fijne sfeer. Maar het verschil met bijvoorbeeld Argentinie is groot. De één noemt Bolivia authentieker, de ander noemt het onderontwikkeld of achtergebleven (beide meningen kunnen natuurlijk samengaan). Ook hier zie je weer duidelijk de contrasten van een ontwikkelingsland. Hoewel er niet echt veel superrijke mensen lijken te zijn, zoals bijvoorbeeld in Zuid Afrika, zijn de welvaartsverchillen toch behoorlijk groot. Natuurlijk bestaat het arme deel van de bevolking vooral uit mensen met een Indiaanse afkomst, -wederom- met dank aan het koloniale verleden. Bolivia is het land met de grootste indigo bevolking van Zuid Amerika, zo´n 60 tot 70% van de mensen behoort tot een Indiaanse bevolkingsgroep. Het is erg onbeleefd en denigrerend om over ´de Indianen´ te spreken; ´de´ Indianen bestaan niet. Zij zijn een creatie van de Spaanse kolonisten. In werkelijkheid zijn er vele verschillende culturen, waarvan de Quechua en de Aymara in Bolivia de grootste zijn. Bolivia is in alle opzichten een land van verschillen en uitersten, zowel qua bevolking als qua natuur, wat ook weer met elkaar samenhangt. Er zijn bergen van boven de 6000 meter, mensen die hier wonen hebben een totaal andere levensstijl en ook levenshouding dan de mensen uit de vruchtbare laaglanden, waar de temperaturen het hele jaar door boven de 20 of zelfs 30 graden liggen. Er is jungle, er is pampa, er is stad en er is dorp. Er is ´blanke´ stad (Santa Cruz) of indigo stad (La Paz). Sucre is ongeveer 50/50.

De vele verschillen zijn voor mij als buitenstaander (en antropoloogje) natuurlijk heel leuk en interessant, maar leveren ook de nodige problemen op. Bolivia heeft sinds een aantal jaar een indigo president, Evo Morales. In eerste instantie was het grootste deel van de bevolking blij met zijn aanstelling, maar tegenwoordig rommelt het aan alle kanten. De blanke bevolking is ontevreden omdat hij racistisch zou zijn, wat ik trouwens ook van indigo mensen heb gehoord. Daarbij is er de eeuwige kwestie van de coca.

Coca is erg belangrijk voor een groot deel van de indigo bevolking. Het hoort bij de Boliviaanse cultuur en identiteit. Al jarenlang wordt het gebruikt in voedsel, thee, schoonheidsproducten en medicijnen. Ook worden de cocabladeren gekauwd in de wang, een beetje zoals pruimtabak. De stoffen die vrijkomen geven energie en verminderen de honger. Vooral in de mijnen (zilvermijnen in Potosí) werd en wordt het ontzettend veel gebruikt. Kleine hoeveelheden coca kunnen geen kwaad en kunnen inderdaad helend werken. Ik heb in ieder geval al goed gebruik gemaakt van de coca thee om de onvermijdelijke maagkrampen te verminderen..
Maar coca is natuurlijk ook het product waar cocaine van gemaakt wordt, en daar zijn veel mensen minder blij mee. Het is echter moeilijk danwel onmogelijk om de cocateelt te verbieden, van de ene kant dus omdat het zo´n belangrijke plaats in de Boliviaanse cultuur inneemt, en van de andere kant omdat veel boeren afhankelijk zijn van de cocateelt voor hun levensonderhoud. Moeilijke kwestie. In principe is het telen van een kleine hoeveelheid coca toegstaan, maar grote hoeveelheden niet. Toch gebeurt dit veel op de campo, het platteland. Wanneer de oogsten of boerderijen vernietigd worden, hebben vele mensen geen bestaansmogelijkheden meer. Evo Morales wil om die reden de cocateelt volledig of in ieder geval meer legaliseren, maar stuit, natuurlijk, op internationale tegenstand van Europa en Amerika. Die zitten niet op nog meer cocaine te wachten. Daarbij is het algemene vertrouwen in Morales gedaald toen hij een grondwetsverandering wilde invoeren waardoor hij langer of zelfs levenslang zou kunnen regeren. Zover ik weet is dit niet doorgegaan, maar het zegt natuurlijk iets over zijn opvattingen.

Ook in Bolivia zijn de mensen fan van demonstraties en manifestaties; elke dag is er wel ergens iets te doen. Spandoeken op gebouwen, marsen met grote groepen mensen, muziek en vuurwerk. Er is altijd wel ergens een groep die ontevreden is. Ik vind het erg interessant hoe mensen op die manier hun stem laten horen, maar anderen vinden dat ze toch echt beter kunnen gaan werken omdat er toch niemand luistert.
Wat trouwens ook wel interessant is om te weten, is dat het niet echt duidelijk is wat nu de hoofdstad van Bolivia is. Oorspronkelijk is dat Sucre, maar de laatste jaren zijn alle belangrijke (politieke) organen naar La Paz verhuisd en wordt dat internationaal als hoofdstad beschouwd. Toch zijn er nog mensen in Sucre, vooral politici, die Sucre als hoofdstad willen behouden. Een groot deel van de inwoners van Sucre is het daar niet mee eens, omdat ze bang zijn voor de problemen die het hoofdstad zijn met zich meebrengt, kijkend naar La Paz. Een ander deel wil het weer wel, wat zo´n drie maanden geleden behoorlijke rellen heeft opgeleverd. Inderdaad, de politieke betrokkenheid is groot. Zover ik weet gaat het plan echter niet door, en blijven in ieder geval alle belangrijke organen in La Paz.

Maar goed, dit was jullie les Bolivia voor vandaag. Ik kan nog uren doorgaan over alles wat ik heb gezien en gehoord, maar dat bewaar ik voor de volgende keer. Naast alle ingewikkelde problemen lijkt Bolivia toch ook vooral een rustig en vredig land, met prachtige natuur en (die o zo mooie authentieke) cultuur. Mijn bezoek aan het museum voor Etnologie en Folklore gisteren heeft dat zeker bevestigd. Zondag is er de nationale feestdag Pujllay in Tarabuco, een plaats hier in de buurt. Sommigen noemen het de afsluiting van het carnaval, maar ik weet niet zeker of dat klopt. Het is in ieder geval een feest voor Pachamama, Moeder Aarde, en het schijnt het mooiste feest van het jaar te zijn, dus ik ben erg benieuwd. Alle folklore in de praktijk.
Ik zal nog eens proberen om foto´s te uploaden, maar de computers zijn niet al te snel dus eerder lukte het niet. Volgens mijn reisboek is Bolivia het Zuid Amerika uit je dromen, dus datgene wat je je voorstelt als je aan Zuid Amerika denkt zonder er ooit geweest te zijn. Ik denk dat dat wel klopt. Geen foto´s meer nodig dus!
Liefs!

dinsdag 11 maart 2008

Bolivia

En jawel, ik ben in Bolivia! Wat een verschil met Argentinie.. De busreis naar hier, Sucre, was nogal hels. Vertrokken om 5.30 in Salta kwam ik om 13.00 aan in La Quiaca, het grensdorp. Nadat ik door twee Nederlanders die hun reis nogal exact hadden gepland de grens ben overgeloodsd, kon ik in Villazon, het Boliviaanse grensdorp, een buskaartje naar Sucre kopen. Aangezien het in Bolivia twee uur eerder is dan in Argentinie, en de bus pas om 17.00 uur ging, had ik alle tijd om het Boliviaanse straatleven in me op te nemen. Wat een kleuren, wat een mensen, wat een bedrijvigheid! De straten staan vol met allerlei kraampjes, waar je zo goed als alles kunt kopen, van fietsbanden tot heerlijke vruchtenshakes. En dat voor ongeveer ééntiende van de Nederlandse prijs. Veel vrouwen in traditionele kleding, met lange zwarte vlechten en kleurrijke doeken op de rug, waar kinderen, dekens, pannen, etc. in zitten. Veel bedelende kinderen, schoenpoetsertjes. Veel zon. En weinig en heel erg vieze wc´s. Na zes uur mijn ogen uitgekeken hebben, was het tijd om naar de bus te gaan. Ik wist natuurlijk dat de bussen in Bolivia niet zo luxe zouden zijn als die in Argentinie, maar dit sloeg echt alles. Moesten we hiermee 22 uur door de bergen rijden? Alle bagage ging op het dak, en ik werd ingeklemd tussen een rammelend raam en een flinke Boliviaanse vrouw. De reis was geen pretje, maar ik was toch erg verbaasd en ook nogal verward toen we om 5.00 uur ´s ochtends, dus na 12 uur in plaats van de aangekondigde 22 uur, opeens al in Sucre bleken te zijn. Het was donker, het was koud, het was nat, ik was moe en had honger en het was veel te vroeg om naar mijn gastfamilie te gaan. Wat een ellende. Na uren wachten toch maar rond 11.00 naar de familie gegaan, die -gelukkig- meteen vroegen waarom ik niet om 5.00 uur had gebeld.. Had ik mijn plan om naar Bolivia te gaan ´s ochtends nog behoorlijk vervloekt, na een warme douche, een kopje thee en een heerlijk groot bed voor mij alleen zag alles er weer heel anders uit. Mijn familie is erg aardig, en naast de ouders wonen er in huis nog een dochter, twee zonen, een opa en een oma, een tante en een andere student, Pedro uit de VS. Genoeg leven dus. Ik heb een grote kamer voor mij alleen en een eigen badkamer. Wat een luxe!
Sucre is, ondanks het slechte weer, een erg mooie en levendige stad. Er zijn veel studenten en ook veel buitenlanders die hier, net als ik, een taalcursus volgen. Mijn school is dicht bij huis en ik heb elke dag vier uur les, samen met twee andere meisjes. Verder worden er veel leuke activiteiten georganiseerd, zoals salsafeestjes, kooklessen en filmavonden met natuurlijk Spaanstalige films. Ik weet zeker dat ik mijn drie weken hier makkelijk om ga krijgen.
In de tussentijd geniet ik van de grote markten, de vele eetkraampjes op straat en de mooie kleurrijke kleding. Bolivia is mooi!

Oh ja, en voor de geinteresseerden.. Zondag heb ik voor het eerst vlees gegeten..

vrijdag 7 maart 2008

Your mind is flying..

Nog een paar uurtjes en ik ga Argentinie voor de komende maanden verlaten. Mijn tijd hier was kort (veel te kort volgens de Argentijnen), maar ik heb toch een aardig idee van Los Argentinos gekregen. Argentinie is natuurlijk een enorm land, en van het zuiden heb ik nog helemaal niets gezien (Patagonie - hopelijk komt dat later nog!), maar het midden en noorden hebben zeker al een goede indruk achtergelaten. Eerst nogal afgeschrokken door Buenos Aires, heb ik nu de ´flow´ wel te pakken en heb ik het erg naar mijn zin. Salta is, zoals mijn eerste indruk ook al vertelde, een erg leuk stadje. Het doet een beetje Caraibisch aan, met veel kraampjes, kleuren en muziek op straat. Erg mooi! De omgeving is prachtig, heb gisteren en vandaag behoorlijk wat kilometers afgelegd - wederom met de bus. Gisteren een dagtrip naar het dorpje Cachi, zo´n 4,5 uur hier vandaan. Cachi zelf stelt niet zoveel voor, er is vrij weinig te beleven, maar de weg ernaar toe is erg mooi. Met een dit keer niet zo luxe bus, maar een meer stinkende, rammelende schroothoop met teveel mensen erin, reden we door de bergen en valleien van de provincie Salta. Heel indrukwekkend! Op de terugweg was het weer omgeslagen en was het nogal bewolkt, dus toen reden we letterlijk door de wolken. Heel apart. Eigenlijk wilde ik vandaag weer zo´n tocht maken, maar omdat ik gisteren al om 6.00 uur op moest en morgen om 5.30 hier vertrek, had ik niet zoveel zin om vandaag ook zo vroeg op te staan. Ik ben toen met een Australisch stel uit mijn hostel, dat trouwens erg leuk is, gaan raften..! Aangezien het weer nogal slecht was, was dat behoorlijk koud, maar wel heel cool om te doen. Ook hier voeren we met de boot tussen de bergen door, boven ons vlogen de condors.. moet ik nog meer vertellen?

Maar goed, vandaag dus mijn laatste dag. Wat is er nu typisch Argentijns? (laat ik mijn antropologische blik er eens op schijnen) Argentinie is echt een mix van van alles en nog wat, veel Italiaans, Spaans, Indiaans en zelfs Kroatisch bloed wordt hier gemengd. Het schijnt dat het land graag bij Europa wil horen, meer dan de andere Zuid Amerikaanse landen, en het doet zich ook een beetje voor als het beste land van het continent. Daarmee verbergt het een beetje de armoede en ongelijkheid die er toch zeker wel is; ook hier zie je aan de stadsranden de shacks en zijn er veel straatkinderen en daklozen. Die status van beste land van Zuid Amerika laten ze ook wel doorschemeren in de manier waarop ze over andere landen praten, naar mijn mening, vooral over Bolivia (maar daar heb ik dan ook vooral naar gevraagd). De meeste mensen begrijpen niet wat ik daar ga doen, want de mensen zijn er arm en er is niets. De bussen stinken en de taal is lelijk. Dat is ook erg typisch aan Argentinie: ze hebben een accent dat geen enkel ander land heeft, met ontzettend veel -sh-s. Elke y, zoals in ´yo´, ik, spreken ze uit als een sh, net als elke ll, als in ´ella´, zij. Heel leuk om te horen. Mijn naam wordt dan ook uitgesproken als Shenny, ze kunnen niet anders.

Verder houden zo goed als alle Argentijnen van maté, en ik nu ook. De maté is echt geweldig. De maté zelf is een klein, rond potje, dat gevuld wordt met kruiden, yerba´s. Het is zoiets als groene thee. Op de kruiden wordt heet water geschonken en via een -zilveren- rietje kunnen er dan steeds een paar slokken thee gedronken worden. Daarna wordt er bijgevuld en wordt het potje doorgegeven, als je met meer mensen bent. Naast dat het lekker is, is het ook een heel -sociaal- ritueel, er zijn allerlei regels aan verbonden. Het is ook niet vreemd om in de bus door de persoon naast je, waar je nog niet mee gesproken hebt, maté aangeboden te krijgen. Erg leuk, ik ga het zeker importeren.

Daarnaast is natuurlijk de tango en de steak typisch Argentijns, maar ik moet zeggen dat ik die beide een beetje ontweken heb - de tango vanwege de prijs en de steak.. nou ja. Maar over het algemeen zijn de Argentijnen, ondanks hun enigszins arrogante houding, heel erg vriendelijk en aardig tegen mij geweest en is het land ontzettend mooi, dus ik kom hier zeker nog terug aan het eind van de reis!

Het volgende bericht komt uit Bolivia.. Vooral de bussen schijnen daar iets minder luxe te zijn dan in Argentinie, dus ik ben benieuwd hoe de komende dag en nacht gaan uitpakken. Ik heb op zich wel veel zin om met de taalcursus te beginnen, deels omdat ik graag Spaans wil leren en deels omdat ik het fijn vind om even een tijdje op dezelfde plek te blijven en wat mensen beter te leren kennen. David, de jongen die ik in Rosario heb leren kennen, vertelde dat zoveel reizen niets voor hem zou zijn, want, zo zei hij ´your mind is flying all the time´. Daar heeft hij zeker gelijk in; ik vind het heel vermoeiend om steeds op een nieuwe plek te zijn, met nieuwe indrukken, nieuwe mensen Bedankt voor alle mailtjes en berichtjes, heel fijn om te lezen hoe het met jullie gaat!

Veel liefs!

woensdag 5 maart 2008

Rosariños en Salta la Linda

Ook al is het pas een paar dagen geleden, Buenos Aires lijkt alweer héél ver weg. En dat is het in principe ook, want ik ben inmiddels beland in Salta, zo´n 20 uur rijden vanaf BA. Maar voordat ik hier kwam, ben ik eerst in Rosario geweest. Rosario lijkt een klein stadje, maar het is qua inwonertal even groot als Amsterdam. Toch is het centrum overzichtelijk en de sfeer rustig, waardoor ik me er meer op mijn gemak voelde. De eerste dag werd ik al direct onder de hoede genomen van Darío, een jongen die een tijdje in het hostel gewerkt had maar nu klaar was. Hij heeft me de stad laten zien en we zijn, na -op zijn Argentijns- twee uur op een bus te hebben gewacht naar een plek geweest aan de rand van de stad waar veel families hun zondag doorbrengen: Costa Alta, aan de rivier. Erg leuk en bovendien goed voor mijn Spaans. In mijn hostel verbleef ook een Nederlands meisje, Janneke, uit -jawel- Nijmegen! Erg toevallig. Met haar heb ik de tweede dag doorgebracht. Zij reist al een tijdje door Argentinie en had tijdens de reis een aantal jongens uit Rosario leren kennen, nu was ze in Rosario om ze op te zoeken. Erg leuk! ´s Avonds zijn we met hen, David en Emiliano, en een maté-maatje (die zijn hier overal) uit het hostel, Santiago, wezen eten in een visrestaurant. Weer pasta voor mij dus.. (en een héél klein stukje vis!). Gisteren hebben Janneke en David me meegenomen naar Davids ouders, wat ook weer goed was om mijn Spaans te oefenen. Ze waren echt erg lief en wisselden de steak die ik op mijn bord kreeg gewoon in voor een gebakken ei (als ik maar aan mijn proteinen zou denken!). Daarna gaan kayakken op de rivier, naar een eilandje. Omdat het eindelijk mooi weer was, was dat zeker niet verkeerd. Het eiland was ook erg mooi en we hebben zelfs schildpadden gezien!
Vannacht de bus naar Salta genomen, zo´n 17 uur. De bussen zijn hier echter prima, dus ik heb lekker kunnen slapen en naar buiten gekeken (vanochtend). Salta is echt ontzettend mooi, de bijnaam Salta la Linda (de mooie, leuke) is zeker niet voor niets. Het is een klein stadje tussen de bergen, met veel kleine straatjes en parken. Je merkt een duidelijk verschil in sfeer met het midden van Argentinie, hier is het droger en warmer, mensen leven meer buiten. Ook leven hier veel meer mensen van Indiaanse afkomst, wat het straatbeeld veel kleur geeft. Veel kraampjes en kleuren, spelende kinderen en -overal- honden. De honden zijn zo grappig hier, ook in BA en Rosario trouwens, ze lijken echt collectief bezit. Ze slapen de hele dag, midden op straten en stoepen. Mensen geven ze eten of hondebrokken en ze zijn echt heel lief, heel tam. Mensen die zelf een hond hebben houden deze trouwens vaak op het dak van hun huis, wat erg grappig is als je langs de huizen loopt.
Morgen en overmorgen ga ik uitstapjes maken in de omgeving, er liggen namelijk veel mooie dorpjes, natuurgebieden en zelfs Incaruines in de buurt van Salta. Maar de tijd is kort, want het is nog een heel eind naar Sucre (zeker 20 uur!) en ik moet zondag al daar zijn.. Dan is het tijd voor de Spaanse lessen, die zeker van pas zullen komen. Maar nu eerst nog van de zon genieten in het park. Met maté natuurlijk!
Liefs!

Oh ja: om berichtjes te plaatsen klik je gewoon op ´reacties´ onder het laatstgeplaatste bericht. Dan kies je de derde optie rechts, naam/URL, waar je je naam invult en het berichtje plaatst. Verzenden en: klaar!

zaterdag 1 maart 2008

De straten van Buenos Aires

Ze zijn groot, ze zijn breed, ze zijn vol, gevaarlijk, chaotisch en o zo typisch.. De straten van Buenos Aires zijn, ondanks ons vele contact, nog niet mijn vrienden geworden. Wat een gruwel! Misschien heeft het ermee te maken dat ik al bang ben om de Voorstadslaan over te steken, maar deze straten zijn echt abnormaal. Het toppunt is Avenido 9 de Julio, met zo´n 18 banen naast elkaar. Vreselijk. En daar zijn de Porteños (inwoners van BA) dan trots op..
Naast dit minpuntje (persoonlijke zaak hoor) voel ik me al iets meer op mijn gemak in de stad. Maar het blijft, zeker voor iemand met mijn richtingsgevoel, een moeilijke zaak. Ik ben echt al tientallen keren verdwaald en loop vele afstanden dubbel, maar goed, ook daar kan Buenos Aires niets aan doen.
Drie dagen is natuurlijk veel te kort om alles te zien, maar ik heb een beetje een indruk. Zo ben ik gisteren naar het kerkhof voor de ´rich and famous´ gegaan, erg mooi en ook wel een beetje luguber. Natuurlijk ook, na lang zoeken omdat ik te gierig was een plattegrondje te kopen, het familiegraf van Evita gevonden. Ook opvallend waren de vele katten die rondliepen of lagen te slapen op de graven.. Hmm.. Reincarnaties?
Gisterenavond met mijn kamergenootjes wezen eten (de beste optie voor mij is pasta, de andere optie is steak. Maar de pasta is erg goed!) en daarna weer uitgeput naar bed. Reizen is vermoeiend! Zeker in je eentje, wanneer je alle belevenissen niet direct met anderen kunt delen. Ik voel me nog steeds redelijk verloren hier en ik vind het dan ook niet zo erg om morgen weer verder te gaan. Misschien dat ik BA over vijf maanden wat beter aankan.
Vandaag heb ik, na een mislukte ochtend door regen, regen, regen, de stadsdierentuin bezocht in Palermo. Erg vertederend, maar ook wel zielig. Gelukkig mag dit bij ons niet meer zo! Vanochtend viel ik trouwens nog met mijn (roodverbrande) neus in de boter, want de preidente Cristina Kirchner hield een toespraak hier vlakbij. Ze werd voorgegaan door tientallen uniformen op paarden (met daarin mensen, denk ik) en begeleid door vele vele Argentijnen met spandoeken, vlaggen en trommels. Het schijnt normaal te zijn en vaak te gebeuren, maar ik vond het erg bijzonder. Apart dat iedereen op die manier politiek betrokken is. Het was ook echt een sociaal gebeuren, hele families zaten langs de straten, maté drinkend, vlaggen om de schouders. Erg leuk om te zien.
Zometeen ga ik de befaamde empanadas proberen, ben benieuwd. Hopelijk stoppen ze er niet stiekem vlees in. Morgen gaat om 10.00 uur alweer mijn bus naar Rosario, een stadje op ongeveer vier uur rijden van hier (en de geboorteplaats van Che Guevara..for what it´s worth). Mijn plan was om daarna naar Cordoba te reizen, maar aangezien ik even genoeg heb van grote steden en Cordoba de één na grootste stad van Argentinie is, zie ik daar maar vanaf. Op de weg naar Bolivia schijnen ook mooie natuurparken te liggen, dus ik denk dat ik daarvoor ga. Zodat ik zeker ben van zandweggetjes of maximaal tweebaanswegen.
¡Hasta Luego!

avenido 9 de julio