donderdag 24 april 2008

La Vida de La Paz

Tijd voor een update! Het leven hier in La Paz gaat langzaam, zoals je dat verwacht van de Bolivianen, en tegelijkertijd vliegt de tijd voorbij. Ik ben er inmiddels achter dat twee maanden vergelijkbaar is met twee dagen hier, tenminste als het gaat om dingen regelen en voor elkaar krijgen. Maar al met al lopen de projecten redelijk; mijn werk op Corazon Inquieto wordt steeds leuker, omdat ik de kinderen beter leer kennen. Bovendien zijn ze erg enthousiast over de extra lesjes, dus dat is zeker leuk. Heb inmiddels een kaart van Bolivia en een kaart van Zuid Amerika op de kop getikt, dus dat gaat helemaal goed komen. De andere twee projecten, in de gevangenis en het armbandjesproject, lopen iets moeizamer, maar ik houd de moed erin. Men schuift alles hier nogal gemakkelijk een weekje vooruit, maar in mijn geval is een week al heel veel, aangezien ik hier maar zo´n acht weken ben. Toch zie ik het nog zitten en ga ik er natuurlijk vanuit dat er een grote vraag aan armbandjes vanuit Nederland gaat komen. Mijn leerlinge in de gevangenis daarentegen is, geheel onverwachts, vrijgelaten. Super voor haar natuurlijk, maar daar stond ik dan met mijn Engelse lesjes.. inmiddels heb ik weer twee nieuwe enthousiastelingen gevonden, maar zij moeten nog zeven dagen keukentaken verrichten.. Weer een week uitstel dus.

Toch hoef ik me niet te vervelen hier; naast werken is er ook genoeg te doen in de stad en bovendien is het ook gezellig om thuis te zijn en te socializen met mijn ´familie´. Afgelopen week ben ik onder anderen naar de film geweest, Liefde in tijden van Cholera (inderdaad, naar het boek van Marquez). Ik weet niet of deze in Nederland ook draait, maar het is zeker een aanrader. Ook hebben we een avond het theater bezocht; het was afgelopen week namelijk theaterfestival. Goed voor mijn Spaans, en ook heel leuk natuurlijk. Verder zijn er in de stad veel leuke cafeetjes en restaurantjes die volop uitgeprobeerd worden. Afvallen zal ik hier niet snel, hoewel de af en toe opstekende maag- en darmproblemen daar wel voor willen zorgen, lijkt het.

Over eten gesproken: wat hoort er nu bij de typische Boliviaanse keuken? In de eerste plaats eet men hier ´s middags warm, en de lunch, el almuerzo, is ook meestal een behoorlijke maaltijd. In de stad kun je op veel plaatsen voor ongeveer 10 Bol (minder dan een euro) een viergangenlunch verorberen. En er zijn zelfs vegetarische restaurantjes, dus dat is zeker erg leuk en lekker. Zelf lunch ik meestal bij Olga, en zij kookt ook heel lekker (en vega), dus ik houd mijn vegetarische ideaal hier lekker vol. Ontbijt en avondeten bestaan uit slechts droog brood, soms met boter of kaas, met thee of koffie. Maar lunch, dat kan van alles zijn. Ik zal me niet uitlaten over de niet-vegetarische keuken, hoewel die natuurlijk het grootst is. Maar ook als ik geen vegetarier was, zou ik met plezier de karkassen van koeien, varkens, ezels en schapen rustig op de markt laten liggen, in de zon, tussen de vliegen. Lijkt me de beste optie. Wat veel wordt gegeten, is choclo, een soort grote mais. Olga maakt er erg lekkere soep van, Lokro genaamd, met groenten en kaas. Verder kun je op straat vaak Humintos kopen, gevulde maisbladeren met van alles en nog wat, vaak choclo met kaas. Daarnaast is de nationale snack de salteña, een met vlees gevuld deegflapje. Schijnt erg lekker te zijn, maar ik heb het nog niet geprobeerd. De vega-variant, de empanada met kaas, vind ik dan weer wel erg lekker. Empanadas heb je echt in alle soorten en maten, van klein en broodachtig tot gróót en bladerdeegachtig. Soep kun je hier overal krijgen, met alles wat je kunt bedenken erin, en ook Olga is daar fan van. Soep met groenten, rijst, aardappels; alles in één. En verder is de quinoa ook populair; quinoasoep, quinoaschotels, quinoakoekjes, je kunt het zo gek niet verzinnen of ze stoppen er quinoa in.

De drankjes dan. Drankjes, daar houden Bolivianen van. Liefst met alcohol, maar soms ook zonder. Een voorbeeld van dat laatste is de api, een warme ontbijtdrank van (paarse) mais met kruidnagel en kaneel. Erg lekker! Verder is er de chicha, die ik alleen tijdens de hike geprobeerd heb in Sucre en die ik echt niet te drinken vond; het is ook een maisachtig drankje met alcohol, maar verder...? Mijn favoriet blijven de jugos de frutas, versgemaakte vruchtensappen die je overal goedkoop kan krijgen. Nationale sterke drank is Singani, die zo ongeveer met alles gemengd kan worden maar voornamelijk met Sprite en citroen: de Chuflay. En hier in La Paz heeft men zijn eigen bier: Paceña.

Ik ben hier nu toch al een tijdje, maar nog steeds verbaas ik me over het drukke en chaotische straatleven. Je weet nooit wat er gaat gebeuren, en zo kan het voorkomen dat je op de markt achternagezeten wordt met een dode kip (moet je maar geen foto´s maken...), of dat je taxi opeens de berg niet meer opkomt. Sommige straten zijn trouwens ook wel erg stijl; de auto´s moeten zigzaggend omhoog! Dit kan natuurlijk ook vooral met de auto´s te maken hebben, maar goed. Maar het straatbeeld. Dat wordt bepaald door beweging en leven. Hordes scholieren in uniformen. Tientallen marktkraampjes op een rij, duizenden minibusjes die elkaar voortdurend in de weg rijden en proberen voor te kruipen. Cholita´s, de vrouwen in de zogenaamde traditionele kleding. Oorspronkelijk is deze kleding bedacht door de Spanjaarden, die een onderscheid wilden maken tussen de ´echte´ Spanjaarden en de Mestiezen, mixen tussen Spanjaarden en indigobevolking. De kleding bestaat uit vele lagen rokken, mede daardoor lijken de vrouwen behoorlijk dik, met daarover een schort en een omslagdoek. Het ligt een beetje aan de welgesteldheid van de vrouw wat voor soort rokken of omslagdoek ze draagt. Op de rug prijkt meestal een doek met vulling (van kind tot koopwaar) en het haar wordt gedragen in twee lange, lange vlechten, onderaan versierd met stoffen bolletjes. En op het hoofd, de onmisbare bolhoed, waarvan je niet begrijpt hoe hij kan blijven staan. Lange tijd werden de Cholita´s enigszins neerbuigend behandeld, eigenlijk was ´Cholita´ hetzelfde als ´dienstmeid´ of ´hulp´. Het klopt ook wel dat veel van de Cholita´s bij het armere deel van de bevolking horen, maar lang niet alle. Tegenwoordig, met ons aller Evo aan het roer, wordt de Cholita echter weer meer gewaardeerd en minder gediscrimineerd.

Naast de veelheid aan verschillende mensen, wordt het straatbeeld ook voor een groot deel bepaald door politieke leuzen op de muren en door, bijna dagelijks, grote protestmarsen. Meestal verlopen die rustig, zonder problemen, af en toe leeft men zich uit met dynamiet. Meestal heb ik ook geen idee wie er aan het protesteren is en waarvoor, maar apart blijft het. Vier mei a.s. vindt er een referendum plaats; aanvankelijk voor de nieuwe grondwet (of er tegen natuurlijk), maar dit is, op zijn Boliviaans, weer veranderd. Nu is het referendum slechts voor het departement Santa Cruz en gaat het om het verlenen van autonomie of niet aan dit -rijke- deel van het land. Spannende tijden dus.

Voor mij zijn de tijden, naast spannend, ook plezierig. De weekenden ben ik vrij en we benutten die natuurlijk ten volste om leuke dingen te doen in de omgeving. Afgelopen weekend heb ik met Daya en Saskia de Death Road gefietst; de gevaarlijkste weg ter wereld, die loopt van een dorp boven La Paz (ruim 4500 meter) naar een dorp in de Yungas, de vruchtbare laaglanden naast La Paz (1200 meter). In een paar uur daal je dus ruim 3000 meter af, op de mountainbike. Ondanks de kramp in mijn handen van het remmen echt een onvergetelijke toer! Je ziet letterlijk het landschap veranderen, van kaal, koud, uitgestrekt, naar warmer, vochtiger, en veel groener. Na de tocht zijn we nog een nachtje in Coroico gebleven, een dorpje in de Yungas. De sfeer daar was direct zo anders dan in La Paz. In de Yungas wonen veel Afrikaanse afstammelingen, uit de tijd van de slavernij. Tel daarbij de warmte op en wat vrolijke muziek en terrasjes, en je waant je ineens in Afrika. Helaas werd Saskia ´s nachts erg ziek, en zijn we de volgende ochtend snel weer terug gereisd naar La Paz. Om toch nog even te laten zien dat de Death Road echt wel gevaarlijk is (achteraf maakt het niet meer uit toch?): vanochtend zijn er drie fietsers om het leven gekomen, omdat ze overreden werden door een minibusje.. Met al die bochten in de weg zie je natuurlijk zo goed als niets. Oke, luguber detail..

Gisteren en vandaag had de Boliviaanse ziekte mij ook weer te pakken en heb ik mijn tijd in mijn bedje doorgebracht. Nu gaat het gelukkig wel weer wat beter, en ik hoop morgenochtend weer aan de slag te kunnen. Dit weekend staan Copacabana (nee, niet die in Brazilie) en het Titicacameer op het programma, en volgend weekend dan eindelijk.. de jungle! Ik laat me verrassen..

Nog wat foto´s. Vraag me niet waarom sommige groot zijn en sommige klein, want ik heb geen idee. Door er op te klikken ga je naar mijn fotosite geloof ik, en daar kun je ze groter bekijken!

Zoek de ezeltjes.. Daar liepen wij ook tijdens de hike in Sucre!

Photobucket

Mooi meisje in Maragua, het dorpje waar we tijdens de hike overnachtten.

Photobucket

Mensen wassen hun kleren in de heetwaterbronnen bij Potosí.

Photobucket

Zonsondergang bij Recoleta, Sucre.

Photobucket

Emmanuel, kindje van Corazón Inquieto.
Photobucket

Dames in Tiwanaku
Photobucket

De Death Road...
Photobucket

Dia del Niño met Corazón Inquieto
Photobucket

Dutje doen.
Photobucket

Zijn ze niet mooi?
Photobucket

Lunchen met de Tiwanakugids en Saskia.
Photobucket

maandag 14 april 2008

Het leven van alledag 2

Na twee weken wennen, heb ik het leven in La Paz toch wel aardig te pakken. Mijn dagen worden telkens gestructureerder (naar Boliviaanse begrippen dan) en de tijd gaat elke dag sneller. Ik heb het erg naar mijn zin in mijn gastgezin, sinds gisteren uitgebreid met hondje Skyline (die naam was niet mijn idee). Veel meer dan in Sucre word ik hier echt opgenomen in het gezin, we eten samen, kletsen wat, kijken samen tv. Vorige week zondag was de verjaardag van oma, een groot dans- en huilfestijn met de hele familie. Vrijdag was Dag van het Kind-viering op de school van zusje Lily, en ook toen mocht ik mee. Heel leuk om er zo bij te horen. Ook de projecten zijn allemaal min of meer gestart. Wat gebeurt er hier zoal in de bergen?

Momenteel werk ik twee ochtenden en twee middagen in opvanghuis Corazón Inquieto, Onrustig Hart. Er verblijven vooral kinderen van ouders die op de markt werken, ´s ochtends de kleintjes van 2 tot 5, ´s middags de ouderen van 6 tot 12. Vooral de kleintjes zijn erg vermoeiend, het niveau is laag en ze zijn niet echt gewend om samen te spelen of speelgoed te delen. Maar de juffen, Erica en Erica, verrichten goed werk, vind ik. De kinderen krijgen ´s ochtends ontbijt en later fruit. Ze leren basis dingen als de kleuren en tellen (wat al heel moeilijk is!) en leren hun handen te wassen, tanden te poetsen en spullen op te ruimen. ´s Middags is het vooral huiswerkbegeleiding met daarbij een extra lesje. Vanaf volgende week ga ik een middag aardrijkskundeles geven, omdat niemand weet waar Bolivia ligt, en een middag Engelse les. Het is leuk om twee dagen daar te werken, maar ik moet toegeven dat kleuters niet mijn roeping zijn.

Op dinsdag- en woensdagochtend ga ik vanaf deze week Engelse les geven in een vrouwengevangenis. Ik neem de les over van Mathilde, mijn huisgenootje, die La Paz komende week na 8 maanden gaat verlaten. Helaas is er van de Engelse les-groep nog maar één enthousiastelinge over, maar ook dat is de moeite waard vind ik. De gevangenis is een erg aparte plek. Het is een kleine gevangenis, met ongeveer 25 vrouwen en vier kinderen. We zijn bezig om ook een activiteitenmiddag voor de kinderen te organiseren, ookal vindt de directrice het niet de moeite waard omdat het er maar vier zijn. Ik vind het heel naar dat de kinderen ook opgesloten zitten. Bovendien lopen ze de hele dag een beetje doelloos rond en kunnen ze wel wat aandacht en ontwikkeling gebruiken. Waarschijnlijk ga ik op vrijdagochtend nog Engelse les geven aan de bewaking en de directrice zelf, erg komisch. Maar het is een goede manier om goodwill te kweken, zodat we de projecten in de gevangenis mogen voortzetten. Projecten in andere gevangenissen zijn allemaal afgebroken omdat de directie niet meer wilde meewerken.

Het derde project, dat ik zelf het leukste vind, is een soort praatmiddag voor jonge moeders. Het zijn een stuk of zes tot acht meiden, ongeveer even oud als ik, maar allemaal met een baby of kindje. Het grootste deel van de week zitten ze thuis met hun baby, maar vanaf vorige week gaan we elke woensdagmiddag/avond bij elkaar komen. Aan de ene kant is dit gewoon om te kletsen, met elkaar en met ons (ik en Saskia, een andere nieuwe vrijwilligster). Het is een goede manier voor hen om een gezellige middag te hebben, ervaringen uit te wisselen en hun kind met andere kinderen te laten kennismaken. Daarnaast gaan we beginnen met het maken van armbandjes, die de meiden daarna kunnen verkopen. Er loopt al een soortgelijk project met jongens en die zijn er erg enthousiast over. Het is de bedoeling dat het project min of meer structureel wordt en we de bandjes ook in Nederland en Belgie gaan verkopen. Het is in ieder geval een uitdaging en ik denk dat het zeker wat gaat worden, dus ik heb er veel zin in.

Naast het werk volg ik nog twee keer per week twee uur Spaanse les. En dáárnaast is er natuurlijk ontzettend veel te zien en te doen in de stad. Er zijn overal markten, ik ontdek steeds weer nieuwe plekken. Vorige week ben ik begonnen met salsadansen bij een dansschool, ook erg leuk. Deze week is hier in de stad theaterfestival, daar gaan we zeker ook nog aan deelnemen. Afgelopen vrijdag ben ik met mijn broer en zus en Mathilde naar een concert geweest van Pxndx (Panda), een Mexicaanse rockband. Niet helemaal mijn muziek, maar wel erg leuk om mee te maken. Volgend weekend gaan we waarschijnlijk weer naar een concert, ditmaal van Daddy Yankee, dé reggaetonartiest van de wereld die hier echt ontzettend hot is. Ik ben benieuwd.

Zaterdag vierde men hier de Dag van het Kind, een behoorlijk groot feest. Ter ere van die feestdag zijn we met alle kinderen van Corazón Inquieto naar een dierentuin en speelpark geweest, ongeveer 40 minuten hier vandaan. Het was echt een geslaagde dag, alleen de busreis er naartoe was voor veel kinderen al een belevenis. Het park ligt een stuk lager dan La Paz en dat was goed te merken aan het temperatuurverschil: warm! Voor ons was het naast een vermoeiende dag (35 kleine kinderen bij elkaar houden in een dierentuin is niet niks) ook wel echt een gezellig uitstapje, dus ook voor ons was de Dag van het Kind een feestje.

Gisteren ben ik met Saskia naar Tiwanaku geweest, opgravingen op ongeveer twee uur rijden hier vandaan. Erg interessant en ook leuk om weer even uit de stad te zijn; Tiwanaku ligt echt in the middle of nowhere. In Saskia heb ik een goede medestander gevonden, we willen veel dezelfde dingen en hebben de komende vier weken al min of meer volgepland met alles wat we willen doen en bezoeken. Erg leuk. Er is verder best een grote groep vrijwilligers hier, veel mensen lopen ook hun stage van bijvoorbeeld SPH of SPW. Gezellig, hoewel ik wel het idee heb hier een beetje met een andere instelling te zijn. Maar dat geeft niet.

Volgende keer komt er weer een les Bolivia, want ik blijf me verbazen en er is zoveel te vertellen. Alleen al een uurtje over de markt lopen, is een groot avontuur. Of met de minibus van mijn huis naar de projecten. Of lunchen in een eettentje, altijd spannend. La Paz is echt een bijzondere stad, mede door de ligging. Overal waar je kijkt zie je bergen, heel hoge bergen. En de stad zelf ligt al op 3500 meter, kun je nagaan. Ik vind het nog steeds heel bijzonder om hier te zijn, moest wel even wennen weer in zo´n grote stad, maar ik denk dat de komende weken weer om zullen vliegen. Ik hou jullie op de hoogte!

dinsdag 8 april 2008

Draaiende werelden

Het is de andere kant van de wereld. Een andere wereld, contrasterende wereld. Wereld van markt en minibus tegenover wereld van Keuringsdienst van Waren. Wereld van vreemde talen, vreemde geuren, vreemde regels, tegenover de zekere, vertrouwde wereld van thuis. Wereld van andere kleuren. Wereld van Pachamama tegenover wereld van.. tja, van wat eigenlijk? Wereld van Fitna? Wereld van lange rijen voor de bank tegenover wereld van Bonusrentespaarboekjes. Wereld van coca tegenover wereld van wiet. Wereld van markt, wereld van groothandel en winkelcentrum. Wereld van chaos en drukte tegenover wereld van nuchterheid en rust. Bergen tegenover vlakte. Wereld van links, wereld van rechts? Wereld van verre volkeren, opeens dichtbij, tegenover wereld van vertrouwd volk, opeens ver weg. Wereld van Inca en Tiwanaku tegenover wereld van Hunnebed en VOC. Wereld van polarisatie tegenover... wereld van polarisatie? Wereld van hen, wereld van jullie? Met twee benen in twee draaiende werelden, wat een bijzondere ervaring. Alles is zo anders hier, maar toch draai ik binnen de kortste keren mee in het leven van alledag. En hoewel ik soms graag even stil zou blijven staan om me rustig te kunnen verbazen en alles goed in me op te kunnen nemen, draait de wereld hier gewoon hard door. Met mij of zonder mij, net als die andere wereld thuis. Ik kijk mijn ogen uit en probeer het allemaal bij te houden, hoewel mijn hoofd soms een beetje doordraait. Maar het is bijzonder om op deze manier in twee werelden te staan, al is het maar voor even, en het zo een beetje meer één wereld te maken. Mijn wereld. En uiteindelijk is het ook overduidelijk ónze wereld. Wereld van familie en dromen. Wereld van feesten en dansen en van eten en drinken. Wereld van zon. Wereld van Morales, Balkenende en Bush. Wereld van internet. Wereld van Idols en Grey´s Anatomy. Ik hoop dat ik straks een beetje van deze wereld, mooi en minder mooi, in mijn rugzak kan stoppen en een plekje kan geven in de andere wereld. Zodat het nog meer onze wereld wordt. Hallo wereld, wereld van elkaar.

woensdag 2 april 2008

Weer een stap verder..


En jawel, mijn eerste bericht uit La Paz. De eerste schok te boven heb ik even tijd -en energie- om weer wat te vertellen. Ik zal beginnen met mijn laatste dagen Sucre; die waren namelijk even hels als mijn eerste dagen daar.. Wat een avontuur.

De laatste week lessen ging erg goed, leuke leraar en de tijd vloog. ´s Avonds goed vertoeven in de vele cafeetjes en restaurantjes van Sucre, hier en daar een demonstratie, zelfs nog een partijtje volleybal gespeeld en natuurlijk nog genoten van het mooie weer. En zaterdag was het dan zover: eindelijk het weekend van de langverwachte hike. ´s Ochtends vroeg verzamelen, vijf chicas holandesas en een chica uit Zwitserland, aangevuld met mannelijk deel James en Benjamin. Onze gids Luiz was er klaar voor, en ondanks wat gedoe omdat de bussen weer eens zouden staken, begon ons avontuur opgewekt met een tochtje naar het lokale busstation. Dat alleen al was een beleving. Vanuit dit busstation, waar wij nog nooit geweest waren, vertrekken alle bussen naar el campo, het platteland. Echt gewend aan gringos zijn ze daar niet, dus wij waren een mooie bezienswaardigheid en werden ongegeneerd aangestaard en uitgelachen. Maar goed, ook wij keken onze ogen uit, dus dat is alleen maar eerlijk. Na een tijd -alles schijnt hier op de een of andere manier lang te moeten duren- vertrokken we dan bergopwaards, totdat we niet meer verder konden omdat de weg min of meer verdwenen was. Stukje klimmen door de modder dus..

Onze tocht begon met een stuk Incatrail, voornamelijk bergaf. De omgeving was werkelijk prachtig, vanaf een hoogte van zo´n 3500 meter heb je een mooi uitzicht! Na deze Incatrail ging onze tocht verder, vaak vooral gekenmerkt door de afwezigheid van een ´trail´, maar wel ontzettend mooi. We liepen door landschappen met vreemde kleuren en patronen, riviertjes, kleine dorpjes, en bergen, bergen, bergen. Eindpunt van onze eerste dag was het dorpje Maragua, gelegen in een krater waarvan niemand precies weet hoe hij ontstaan is (waarschijnlijk dus de duim van God..). Heel bijzonder natuurlijk, zo´n krater, maar ook logisch dat je moet klimmen om erín te komen. Gelukkig had Luiz een flinke portie cocabladeren voor ons meegenomen en konden we vol goede moed aan deze berg beginnen. Het was een lange dag, erg vermoeiend, maar zeker de moeite waard. Tegen het vallen van de avond bereikten we Maragua, waar een paar schone bedden op ons wachtten. De eigenaars bereidden ons avondeten en bij het haardvuur kregen we als toetje nog een echte Te con Te - Thee met de beruchte 96%-alcohol.

De volgende ochtend, na ontbijt met thee en chocoladekoekjes (de mensen uit maragua ontbijten zelf niet..), moesten we aan onze tweede dag beginnen. Helaas was er bij mij iets misgegaan en had de ´Boliviaanse ziekte´ mij die nacht te pakken gekregen.. Geen pretje dus om nog een hele dag te moeten lopen en klimmen. Elk heuveltje werd zo een hele Cordillera Real. Gelukkig had ik een team van zusters om mij heen en was gids Luiz zo aardig om mijn tas te dragen, maar het waren een paar zware uurtjes. Eenmaal aangekomen in Quila Quila, het dorpje waar we zouden lunchen, was ik er behoorlijk klaar mee en besloten we om vanuit daar vervoer naar Sucre terug te regelen. Dit kwam neer op een ritje in de zogenaamde Local Stinky Truck, die deze naam werkelijk alle eer aan doet. Met zo´n veertig Bolivianen plus bagage (dat is op de een of andere manier altijd heel veel) werden we achterin geladen en kon ons hobbelavontuur beginnen. Niet goed voor de toestand van mijn maag, maar nog minder was het dat we onderweg een gestrande bus tegenkwamen. Die moest natuurlijk geholpen worden. Men bedacht dat het daarvoor handig was om de motor van de bus eruit te halen en te toveren met plastic flessen - geen idee of iemand wist waar ze mee bezig waren. Dit trucje duurde in ieder geval ruim twee uur, wat voor ons inhield dat we twee uur in de volle zon moesten wachten. Wat een dag. Rond 18.00 uur dan eindelijk terug in Sucre en terug in bed.

Maandag vertrok mijn bus naar La Paz, en hoewel ik nog niet helemaal fit was ben ik toch maar gegaan; dinsdag en woensdag zouden namelijk weer eens stakingen zijn. De busreis ging prima, behalve dat we halverwege ergens een dronken man aanreden die vervolgens luid kreunend in de bus gestopt werd en een uur later, eveneens luid kreunend, bij het ziekenhuis gedumpt werd. Wat is dat toch met Bolivianen en vervoer?

Dat vroeg ik me ook af toen ik in La Paz aankwam. Wat een chaos! Het verkeer bestaat voor het grootste deel uit minibusjes (herbeleving van Zuid Afrika..), microbussen en taxi´s. En niemand houdt zich op aan de bordjes waarop staat ´Verboden claxon te gebruiken´.. Hilarisch. La Paz is gelegen in een soort grote kuil, met rondom overal bergen. En hoge bergen: besneeuwde toppen alom. Heel mooi! Een stuk hoger dan La Paz ligt El Alto. Dit was eerst een buitenwijk, maar is in principe uitgegroeid tot een volledige stad. In El Alto woont vooral de armere bevolking, mede natuurlijk door de minder gunstige klimatologische omstandigheden. Het contrast met Sucre is groot, alles is hier meer, groter, drukker, onbegrijpelijker en meer ´Boliviaans´. Bovendien heeft men hier wat meer sympathie voor Evo. Maar de stad is intrigerend; er zijn vele pleinen en markten, straten waar je alles kunt kopen voor als je gaat trouwen, kinderen krijgt of een offer wil brengen, er is een tovenaarsstraat waar je lamafoetussen kunt kopen, en ook hier is -leuk weetje- géén Mc Donalds.

Ik werd opgehaald door twee mensen van Connectie Bolivia, de organisatie waar ik voor ga werken, en direct naar mijn gastgezin gebracht. Mijn gastfamilie is echt heel erg leuk, ik heb echt geluk. Ik woon nu bij moeder Olga, naaister en tarotkaartenlegster, en haar drie kinderen Christian (22), Gabriella (18) en Lily (9). Verder woont er nog een andere vrijwilligster, Mathilde, die al zes maanden hier is. Ik weet zeker dat mijn tijd bij Olga heel leuk gaat worden. Gisteren al wat andere vrijwilligers ontmoet en vanochtend het eerste project bezocht met mijn begeleidster Marlous. Deze eerste week is nog vooral een inleidende week en dat is maar goed ook, want zo kan ik de stad een beetje onder de knie krijgen en, belangrijker, wennen aan de hoogte. Het is een vreemde ervaring om na elke 100 meter te moeten uitrusten, en ik ben vaak misselijk of heb hoofdpijn. Maar het schijnt erbij te horen.. Het plan is in ieder geval dat ik twee ochtenden in de week bij een opvangtehuis voor kinderen van marktkoopmensen ga werken, Corazon Inquieto. Waarschijnlijk ook nog twee middagen daar, maar dan met de oudere kinderen. Daarbij kan ik Engelse les gaan geven in een gevangenis, wat me ook erg leuk lijkt. En een derde project volgt nog; misschien wordt het een soort praatgroep met jonge moeders, misschien een crisisopvang voor kinderen of misschien een andere gevangenis met vrouwen met kinderen. Het is allemaal nog een beetje onduidelijk, maar we zullen zien.

Ik ben intussen foto´s aan het uploaden, maar het duurt zoals gewoonlijk weer een eeuwigheid. De komende twee maanden zal ik in ieder geval hier in La Paz te vinden zijn, en wel op het volgende adres:

Calle Cuba 1676
Miraflores
La Paz - Bolivia

Tel.: 2240388 (dit is zonder landnummer)

Ik heb ook een mobiel nummer, maar via mobiel communiceren met Europa lijkt onmogelijk. Ik schijn wel smsjes te kunnen ontvangen en af en toe, op onbepaalde tijden, te kunnen versturen. Dus wie een poging wil wagen:
79305711 (en ook dit is zonder landnummer neem ik aan)

Tot slot nog een uitspraak, ik ben vergeten van wie, die echt alles omvat wat ik tot nu toe van Bolivia heb gezien:

´Bolivia: het land waar het onmogelijke mogelijk is, en het mogelijke onmogelijk.´