maandag 28 juli 2008

Superlindo...

En uiteindelijk is het dan toch zo ver.. Vijf maanden zijn vijf dagen geworden, en onze reis zit er bijna op. De laatste weken hebben we, ondanks dat we ook steeds meer zin kregen om naar huis te komen, nog veel leuke dingen beleefd en gedaan op onze tocht langs de kust, begonnen in Puerto Lopez - hét oord om walvissen te spotten in deze tijd van het jaar. En dat hebben we natuurlijk ook gedaan! Heel bijzonder om zo´n grote dieren van zo dicht bij te kunnen zien. Ook hebben we een paar dagen doorgebracht op een zogenaamde Ecofarm, waar we hebben geleerd over milieuvriendelijke landbouw, chocolade hebben gemaakt, yuccataart hebben gebakken en sieraden en kommen hebben geknutseld. Heel interessant en leerzaam om te zien hoe zo´n relatief grote boerderij -eigendom van zo´n 75 families- toch goed en milieuvriendelijk kan werken.

Maar de Ecuatoriaanse kust. Wat een andere wereld weer! Langs de hele kust liggen eigenlijk vooral kleine vissersdorpjes, en het toerisme is er veel minder ontwikkeld dan in de andere delen van het land. Vooral aan de noordkust wonen voornamelijk afstammelingen van Afrikaanse slaven, wat zorgt voor de zogenaamde Afro-Ecuatoriaanse cultuur. Erg mooi om te zien! Hier geen traditionele kleding en doeken, maar wel veel leven op straat, veel kleine kindjes met kroeshaar en Afrokappers. En wat zeker overal aanwezig was, is de ´tranquilo no mas´-sfeer; zon, zee, hier en daar strand, muziek, caña (suikerriet-likeur) en hangmatten.

De Ecuatoriaanse kust is bijzonder door de ligging, min of meer direct aan de jungle. Dit geeft een heel apart beeld, aan de oceaan liggen mangroves en vlak daarachter begint al de dichtbegroeide selva. Maar ondanks al deze mooie dingen, cultuur, natuur en natuurlijk ook temperatuur, lijkt de kuststreek wel het achtergestelde gebied van Ecuador. De mensen hebben er vrijwel niets, de dorpjes zijn klein en hebben soms geen stromend water of zelfs electriciteit. Kinderen bedelden bij ons om brood; dat hebben ze zelf namelijk niet. Het eten bestaat vooral uit vis, vis, vis (jammie), banaan en rijst. Het was voor ons in ieder geval een heel avontuur om door dit gebied te reizen; wegens stakingen en gebreken ging dit langzaam, met bus, open busjes, achterin trucks, achterin een bakkie en natuurlijk veel met de boot. Vooral de kleine dorpjes in het noorden kunnen elkaar alleen met de boot bereiken. Wat een ander leven!

Na onze kusttoer hebben we nog een paar tussenstops gemaakt in de stadjes boven Quito, waaronder het marktstadje Otavalo, en nu zijn we dan -voor de tweede keer- in Quito. Morgenochtend vliegen we naar Buenos Aires, waar we nog een paar daagjes hebben (kan ik het nu beter aan?) en zaterdag vliegen we terug naar het oude, vertrouwde Holanda. Na vijf maanden aan de andere kant van de wereld heb ik daar weer heel veel zin in. Achteraf lijkt alles weer heel snel te zijn gegaan, maar als ik terugdenk aan waar ik overal geweest ben en wat er allemaal gebeurd is, is dat weer heel veel. Het reizen de laatste twee maanden was erg leuk, we hebben veel gezien in zo´n korte tijd. Hoewel het veel stof tot nadenken geeft, mis ik wel steeds meer het leven van thuis, waarin je een eigen plek hebt, wat meer structuur en een concreter doel (bijvoorbeeld studeren). Daarom hebben we nu ook veel zin om weer te beginnen komend jaar, ik met mijn master in Nijmegen en Vince in Antwerpen.

Maar ondanks dat was mijn tijd in Zuid Amerika voor mij zeker een succes. Superlindo! Ik heb al zoveel verteld, op deze blog of in e-mails, maar er is ook nog zoveel wat ik niet verteld heb. Zoveel dingen die misschien ook niet te vertellen zijn. Het vele leven op straat, de prachtige kleding die steeds weer een beetje verandert in verschillende gebieden, de grappen die mensen maken, de vele mensen die je tegenkomt, de Spaanse taal, met de vele verkleinwoordjes, de manier waarop mensen elkaar aanspreken -mamita, niña, amiga-, de vele busreizen en de bijbehorende vreselijke films, altijd zo bloederig en gewelddadig mogelijk, het constante afdingen, altijd leuk op de markt, maar meestal minder leuk met de taxichauffeurs, de crappy hostels waar we geslapen hebben, het vieze eten wat we zo vaak voorgeschoteld kregen, de ´vreemde´ gewoonten die niet binnen onze fatsoensnormen passen - luidruchtig rochelen en op de grond spugen, altijd voordringen in de winkels-, de positieve en negatieve ervaringen als gringo, de vele agenten op straat met altijd een enorm geweer bij de hand, de typische coca-geur die altijd om -vooral plattelands- mensen heen hangt, en ga zo maar door. Ik zal veel dingen gaan missen, de markten en de levendigheid, het gemak waarmee alles kan en geregeld wordt, de vriendelijkheid naar elkaar. Andere dingen laat ik met plezier achter, de busreizen, het gebrek aan vegetarisch eten, de starende mensen of soms zelfs bange kinderen (hoewel ik me in Nederland misschien weer genegeerd ga voelen ;) ), de maag- en darmproblemen en vele andere kwaaltjes, de muggen en zandvliegen. Maar in principe vallen deze dingen in het niet bij de positieve ervaringen en zal ik ze waarschijnlijk ook snel vergeten.

Wat me daarentegen zeker wel bij zal blijven is hoe zwaar sommige mensen het hebben, hoe hard ze werken en hoe weinig ze hebben. Hoe weinig kans er is voor sommigen op verbetering, hoe weinig mogelijkheden en keuze. Het contrast met Nederland is soms zo groot, maar ook het verschil tussen stad en platteland is enorm. En hoewel de kinderen in de stad meestal wel naar school gaan, zijn er ook daar nog zoveel die daarnaast moeten werken, snoep verkopen, schoenen poetsen, bedelen. En bovendien is het onderwijs in zowel Bolivia, Peru als Ecuador ontzettend slecht. Zelf heb ik het vooral in Bolivia gezien, maar in al deze landen leren kinderen niets anders dan kopieren, en dat meestal nog met moeite. Ze ontwikkelen geen enkele creativiteit of probleemoplossend vermogen, en dat zie je ook bij volwassenen terug. Zelfs ik als pedagogisch leek kan zien dat daar iets moet veranderen. En naast dit het eeuwige politieke gesteggel, waarbij de bevolking van de landen toch wel vaak vergeten lijkt te worden. Wat in ieder geval zeker is, is dat er nog genoeg moet gebeuren in Zuid Amerika.

Met een tas vol met souveniers, ervaringen, gedachten en nieuwe energie komen we zondag dan weer terug naar Nederland. In Bolivia worden de belangrijkste dingen in het leven samengevat onder de drie woorden Salud, Dinero y Amor. Wat een geluk dat we in ieder geval weer met twee van die drie terug naar huis keren! :)

zondag 13 juli 2008

Het midden van de wereld

Alweer twee weken verder en, geheel niet volgens plan, nog steeds in Ecuador. Eigenlijk een beetje tegen de verwachtingen in blijkt het hier gewoon heel mooi en leuk te zijn, en hebben we weinig zin om het land zo snel alweer te verlaten. Onze plannen zijn dus veranderd en we blijven de komende week in ieder geval nog hier. Ecuador is, vergeleken met de omringende landen, slechts een klein, onopvallend hoekje op de landkaart. Maar in dat hoekje is werkelijk alles te vinden; een behoorlijk stuk jungle, echte Andes, warme kust en grote steden. De afgelopen weken hebben we, na even uitgerust te hebben in Cuenca, veel verschillende gebieden gezien.

Na Cuenca zijn we doorgereisd naar Macas, een dorpje (hoewel het de provinciehoofdstad is, is het toch echt niet meer dan een dorpje) aan de rand van de Amazone. Vanuit daar hebben we een tocht gemaakt diep, diep de jungle in, samen met onze gids Moises. Zo´n zeven uur over zandweggetjes met de bus, weg van ´de bewoonde wereld´, om na nog anderhalf uur met de boot terecht te komen in een Shuar-gemeenschap. De Shuar wonen al jarenlang in de Amazone, en hoewel er tegenwoordig regelmatig contact is met de zogenaamde buitenwereld, is het nog steeds een compleet ander soort samenleving dan dat wij dat kennen. We liepen werkelijk een eerstejaars antropologieboek in..

De Shuar leven in communities, van verschillende grootte, maar meestal wel een aantal grote families bij elkaar. De mensen leven ontzettend eenvoudig, er is in prinmcipe geen geld (wat zou je ook kunnen kopen) en geen bezit, behalve een huis met wat dingen om te koken of een paar meubels. Bedden zijn niet echt gangbaar (auw.. slapen op de houten vloer) en eigenlijk leeft iedereen de hele dag buiten. De meeste families hebben veel kinderen, soms wel tien of twaalf, en ik schaamde me bijna om mijn leeftijd te vertellen.. Twee-en-twintig en nog geen kinderen?? Onze gastvrouw, waar we in huis sliepen, bleek later twintig te zijn. Het was niet helemaal duidelijk welke kinderen van haar waren -kinderen lijken ook algemeen bezit-, maar het waren er minstens twee. Tja..

In de community is een school, waar kinderen leren lezen en schrijven, maar weinig mensen kunnen daarna iets met hun ´kennis´ doen. Sommigen vertrekken nu naar de stad om te werken of te studeren, maar wanneer je blijft, bestaat het leven vooral uit overleven. Voedsel verzamelen en bereiden, huizen onderhouden, onderlinge relaties onderhouden, kinderen verzorgen, etc. Steeds meer jongeren willen echter weg uit de community; werken, geld verdienen en dingen kopen. Logisch, en eerlijk, maar ook wel een beetje jammer. Het is natuurlijk scheef om te zeggen dat hun leven beter is, maar voor ons is het denk ik gemakkelijker om ook de goede dingen ervan in te zien. En de slechte dingen van het stadsleven. Maar ook dat is weer omdat wij ons in de luxe positie bevinden en allebei die levens kunnen bekijken.

We zijn drie dagen in de community geweest, en hoewel we eigenlijk niet heel veel konden doen, was het wel een heel bijzondere ervaring. Overdag hebben we met de gids door de jungle gewandeld, geleerd over planten en kruiden, een grote -heilige- waterval bezocht en op de laatste dag nog een behoorlijk griezelige grot. Groot, donker, vol met vleermuizen, glibberige stenen op de grond, giftige padden en.. dodelijke spinnen. Echt, ieh. Enorme spinnen met dodelijk gif. En veel! Het was spannend, maar ik was blij toen ik weer buiten stond..

Verder hadden we nog geluk, want onze tweede avond bleek een groot feest te zijn. Het was de laatste dag van het schooljaar en dat wordt gevierd, en wel met harde muziek (jawel, midden in de jungle), sterke drank en veel, heel veel chicha. Helaas was dit weer de vieze chicha die ik in Bolivia ook al eens geprobeerd had; gemaakt van mais en yucca of iets dergelijks, vermengd met -geloof het of niet- speeksel. Jammie. Elke familie is bij zo´n gelegenheid verplicht een grote ton chicha te maken, en er gaan constant kommen rond, waaruit iedereen steeds een slok neemt (of je doet alsof). In principe kun je niet weigeren, net zoals wanneer je de veel te sterke likeur aageboden wordt. En bij een feest moet natuurlijk gedanst worden, wat wel heel grappig was. Het is behoorlijk warm en vochtig daar, en je moet dan ook niet teveel bewegen om niet heel erg te gaan zweten. De ´jungledans´ bleek dan ook wel heel erg tranquilo te zijn; voorzichtig van de ene voet op de andere, een beetje verveeld erbij kijken en vooral de ogen van je danspartner ontwijken. Aangezien de Shuar behoorlijk mannelijk georienteerd zijn (er komt ook polygamie voor), mag je alleen dansen als je door een man gevraagd wordt. Natuurlijk werd er ook steeds netjes toestemming aan Vincent gevraagd :S.

Maar goed, na ons jungle avontuur zijn we een paar daagjes in Baños geweest. Na Macas en de Amazone was dat weer een hele omschakeling, want het stikt er van de toeristen. Bij Baños hebben we wel nog heel leuk geraft, maar daarna zijn we weer verder gegaan; ditmaal de bergen in.

Vanuit de warmte en vochtigheid van de jungle bevonden we ons dus opeens weer op zo´n 4000 meter hoogte, in ieniemienie bergdorpjes, waar het vreselijk koud was maar ook weer heel erg mooi. De route die we aflegden wordt de Quilotoa-loop genoemd; een rondje bergdorpjes bezoeken. Op de weg, in het dorpje Quilotoa, ligt een prachtig kratermeer. Het was ook weer heel bijzonder om in deze kleine gemeenschappen te verblijven; zo anders weer dan de jungle, maar ook zo anders dan het leven in de stad. Ook hier was wederom niet heel veel te doen, maar omdat die 4000 meter ook wel weer een beetje een klap waren, was dat niet zo erg. Wel nog een mooie wandeling naar het kratermeer gemaakt (puf puf...), en donderdagochtend een enorme plattelandsmarkt bezocht. Iedereen uit de wijde omgeving komt daarheen om spullen te kopen en te verkopen, van wortels tot geiten en van heel veel kippen tot autobanden. Heel mooi om te zien.

En na al deze avonturen zijn we nu dan in Quito, een grote stad, en het valt eigenlijk een beetje tegen. Quito heeft min of meer twee centra, een oud centrum, vol met kerken en koloniale gebouwen, en een nieuw centrum, vol met discotheken en veel te hippe bars en restaurants. Tussen het oude en nieuwe centrum is een stuk lelijk niets, waar het gevaarlijk is en helemaal niet prettig. Gisteren hebben we een bezoek gebracht aan Mitad del Mundo, de plek van de evenaar, maar dat stelde echt niets voor. Vanavond gaan we dan ook weer lekker weg, op naar de kust (en de zon!), om nog te genieten van onze laatste weekjes..