dinsdag 27 januari 2009

Robbie's Lottery

Na ruim twee weken op Sint Maarten begin ik het eiland steeds meer te waarderen. Het is een beetje als een ui met vele schillen, of beter nog, als een lot van Robbie's Lottery. Je moet het bovenste laagje eraf krassen om te weten waar je mee te maken hebt, om te begrijpen hoe het leven hier is. Het Sint Maartense leven zit bedekt onder een laagje toerisme, een laagje juweliers, een laagje kolonialisme, een laagje oppervlakkige Amerikanen, een laagje hotels en resorts, een laagje vooroordeel en een laagje Frankrijk en Nederland. Al die laagjes moet je er voorzichtig af krassen, zonder je nagels te breken en zonder dat wat eronder ligt te beschadigen. Maar als het dan eenmaal lukt, ontdek je de prijs: een kijkje in het echte Sint Maartense leven. Een leven op een eiland, met mensen van allerlei nationaliteiten en religies. Het is mijn taak om al die laagjes te verwijderen en te ontdekken en daar ben ik dan ook hard maar voorzichtig mee bezig. Hard, omdat er veel laagjes zijn en ik niet eens zo heel lang hier ben. Hard, omdat ik mijn best moet doen veel mensen te leren kennen, van verschillende sociale groepen. En hard, omdat ik het onderzoek nooit kan stoppen, het gaat altijd door. ’s Avonds in bed maak ik plannen voor de volgende dag, bedenk ik nieuwe ingangen, analyseer ik wat ik die dag gedaan heb en spring ik weer uit bed om nog wat invallen op te schrijven. Hard dus, maar ook voorzichtig, omdat er ook om mij allerlei laagjes gevormd zijn. Ik ben een Nederlander, net als Hero Brinkman. Ik ben een toerist, net als die Amerikanen met zonnehoedjes. Ik ben blank, net als de kolonisten destijds (of volgens sommigen nu nog steeds). Ik ben een stagiair, net als al die andere feestende en onbeleefde jongeren. En ik ben een vrouw, en dat lijkt het hier toch net een beetje moeilijker te maken. De omgang tussen mannen en vrouwen is compleet anders dan in Nederland en ik voel me er vaak ongemakkelijk bij.

Wat een laagjes dus. Gelukkig heb ik tien nagels, dus ik kan er nog wel eens eentje breken tijdens het krassen van al deze lootjes. De afgelopen week heb ik weer veel nieuwe dingen gezien en geleerd. Zo heb ik Mireille, a.k.a. Mirakulous, ontmoet, een Rastafari die me enigszins wegwijs heeft gemaakt in de Rastafari community op het eiland. Ik heb interessante interviews gehad met ex-studenten en journalisten. Ik heb de Franse hoofdstad Marigot verkend, weer een compleet andere stad dan de Nederlandse hoofdstad Philipsburg. Ik heb genoten van de mooie stranden, het zijn er ongelooflijk veel. En ik heb de openingsceremonie van het tweede semester –tevens de cermoniele opening van het nieuwe gebouw- van de universiteit bijgewoond. Een bijeenkomst met als hoofdthema toch wel Obama. Het eiland lijkt in de ban van Obama, en projecteert dat op de eigen situatie en de ontwikkelingen naar een nieuw Sint Maarten, het land Sint Maarten. Begeleid door de Sint Maarten Song roepen de studenten dan ook gezamenlijk ‘Yes we can!’. Een mooi begin van het nieuwe semester, lijkt mij.

Dan nu ook wat foto's die het eiland mooi weergeven (vind ik)

De verschillende vlaggen van Sint Maarten.. met daarnaast de onvermijdelijke hijskraan.


Simpson Bay Beach tegen zonsondergang


De markt in Philipsburg


Mireille klimt in de boom om pommegranates te plukken


Een huisje in Marigot


Een huisje aan Simpson Bay


Een typische straat in St. Peters, de buurt waar ik woon


Mijn kamertje bij Paula


En de andere kant van mijn kamer

woensdag 21 januari 2009

Obama Day

Jawel, ook hier was het gisteren Obama Day. En dat betekent feest, tv, T-shirts, huilende mensen en gratis smsjes. De Verenigde Staten zijn hier dichtbij. Maar naast dat wordt hier natuurlijk ook gewerkt, en na anderhalve week begint een en ander al aardig op gang te komen.

Ik begin langzaam te beseffen dat ik hier toch echt op een eilandje zit. Je komt vaak dezelfde mensen tegen, en hoewel ik lang nog niet alles gezien heb, heb ik toch al een goed idee van hoe het eiland in elkaar zit. Ik beweeg mij zelf vooral op de Nederlandse kant, waar vrij weinig Nederlands wordt gesproken maar wel veel Engels en Spaans. De hoofdstad Philipsburg ligt tussen de oceaan en een meer dat vroeger een plek was waar zout gewonnen werd. Sint Maartens enige exportproduct, zover ik weet, en ook dat is niet meer. Het hele eiland leeft eigenlijk van toerisme, en dat is best gevaarlijk gezien de huidige economische crisis. Veel mensen geven aan hier al behoorlijk veel van te merken, de bars en restaurants blijven leeg - en dat terwijl het hoogseizoen is. Het eiland zelf is volledig tax-free, wat enerzijds natuurlijk aantrekkelijk is (alles moet geimporteerd worden en dat kan dus zonder invoerrechten) maar anderzijds niet zo goed voor het eiland zelf. Tenminste, als ik het goed begrepen heb. Er zijn bijvoorbeeld niet echt potjes voor onderhoud, met als gevolg dat de wegen ontzettend slecht zijn.

Momenteel zijn er ook veel problemen met illegale inwoners. Enerzijds heeft het eiland die mensen nodig, ze hebben namelijk niet genoeg arbeidskrachten, maar anderzijds zorgen ze regelmatig voor problemen omdat ze geen goede woonruimte hebben, hun kinderen niet naar goede scholen kunnen en zich ook op andere manieren in het illegale circuit bewegen. De overheid is nu dus druk aan het zoeken naar een oplossing, en in de tussentijd worden er -als ik de verhalen moet geloven- flink wat mensen opgepakt die niet de juiste papieren hebben. Dit doen ze omdat de centrale overheid van de Antillen dit wil en er vanuit Curacao een lading agenten is gestuurd die hier in een korte tijd zoveel mogelijk illegalen eruit moeten werken. De relatie met Curacao lijkt sowieso niet de beste, en dat zal ook de belangrijkste reden zijn dat Sint Maarten een autonoom land binnen het Koninkrijk wil worden. Toch twijfelen mensen ook weer aan de capaciteiten van Sint Maarten; het blijft ten slotte een klein eiland.

Tegenstrijdigheden genoeg dus. En ik denk dat dat wel typerend is voor Sint Maarten. Mooi en lelijk, arm en rijk, Caribisch en Nederlands en Frans, zwart en blank, duur en goedkoop, klein maar toch ook groots. Er zijn bergen, mangrove, koraal, prachtige stranden, dorpjes, bomen, steile wegen. Overal caravans langs de weg waar je kunt eten, Robbie's Lotery op elke straathoek. Kleine cafeetjes en grote clubs, casino's, dure restaurants en grote strandtenten. Afgelopen weekend hebben Randy en ik met twee andere Nederlanders een auto gehuurd om het eiland te verkennen. Overdag lopen tussen de hagedissen en de cactussen, 's avonds dansen in de Soggy Dollar Bar. Wel ja.

Ondanks dat het zo klein is -of misschien wel dankzij- dus genoeg te beleven. Het eilandleven is bijzonder, heel anders dan het vasteland. Gisteren zijn Randy en ik zelfs al geinterviewd voor de lokale tv! Maar toch wonen er ook weer heel veel mensen, zijn er zelfs twee landen op dit kleine stukje aarde, en staat er constant file in de stad. Die tegenstrijdigheden maken het juist heel erg leuk om hier onderzoek te doen, en ik denk dat ik dan ook nog vaak verbaasd zal zijn over wat ik tegen kom.

vrijdag 16 januari 2009

The Friendly Island

Weer een paar dagen verder en al heel wat geleerd. Nog steeds voelt het allemaal nieuw en vreemd, maar ik heb er wel vertrouwen in dat het uiteindelijk goed gaat komen. Mijn eerste interview zit er alweer op, fijn om nu al met iemand over al die onderwerpen te praten en zo een beetje een beeld te krijgen van wat er leeft op het eiland. Ook de taxi chauffeurs blijken daar geschikt voor.

Ik mag op de universiteit de computers gebruiken en kan zo lekker up to date blijven elke dag. Omdat ik bij mijn onderzoek ook een zogenaamde discourse analysis doe, lees ik elke dag de krant grondig en inspecteer ik ze (zowel de krant van hier als de Volkskrant) nauwkeurig op Koninkrijksnieuws. Hier staan de kranten er vol mee, in Nederland helaas een stuk minder. Die eenzijdige houding zie je meer terug en lijkt me ook erg storend voor de inwoners van dit deel van the Kingdom.

Naast deze activiteiten zoek ik langzaam mijn weg, ik loop en bus me een ongeluk - ookal lijkt dat onmogelijk op 80 m2. Dit weekend gaan Randy, ik en twee andere Nederlanders die ook bij Paula verblijven een auto huren om zo het eiland wat beter te leren kennen, vooral ook het Franse deel. Daar ben ik nog helemaal niet geweest! Het Nederlandse deel is erg apart; Frontstreet, de toeristische straat aan het water in de hoofdstad Philipsburg, is echt vreselijk. Je kunt je er gek kopen aan juwelen, Delfts blauw (waarom?), La Coste en hamburgers, mocht je daar behoefte aan hebben, en je moet er -afhankelijk van de aanlegtijd van de cruiseschepen- zigzaggen tussen witte bierbuiken met zonnehoedjes. Gelukkig blijven die mensen lekker in Frontstreet en hoppen ze dan weer op hun bootje, zodat de rest van het eiland, en ook van Philipsburg, er heel anders uit ziet.

Veel kleine eettentjes, vrolijk gekleurde huizen met veranda's, kinderen en honden, veel kapsalons en vaak ook muziek. Iedereen wenst je Good Day, vooral in de wijk waar ik woon, vaak gevolgd door 'Hoe gaat het? Goed?'. Sint Maarten profileert zichzelf als The Friendly Island (dit staat op elke nummerplaat), en iedereen lijkt zijn best te doen om dat waar te maken.

Via begeleider Francio heeft het Department of Education Randy en mij opgespoord, en ze hebben ons een soort stageplaats aangeboden. We gaan helpen bij twee projecten, waarvan een in ieder geval heel goed aansluit bij mijn onderzoeksthema's. Omdat het papierwerk nog wat tijd kost, kunnen we waarschijnlijk pas over een week beginnen, maar ik kijk er wel naar uit. Het is, denk ik, een goede manier om mensen te leren kennen en om informatie te verzamelen. Ik ben benieuwd!

Naast een Friendly Island is Sint Maarten trouwens ook een heel divers eiland. De schattingen varieren, maar er wonen hier tussen de 80 en 200 verschillende nationaliteiten - alleen al op het Nederlandse deel dus. Mensen van allerlei verschillende Caraibische eilanden zijn hier verzameld, plus Nederlanders, Colombianen, Fransen, etc. Ongelooflijk op zo'n kleine oppervlakte toch? En hoewel er wel wat problemen zijn met illegale inwoners, leeft de bevolking in principe vreedzaam samen. Men switcht van Nederlands naar Engels naar Spaans zonder problemen, en ik denk dat begrippen als allochtoon en autochtoon hier onbekend zijn. Op Sint Maarten is iedereen allochtoon. Nederland zou er eens een voorbeeld aan moeten nemen.

Er is in ieder geval nog genoeg te ontdekken en te leren hier, en dat ga ik dan ook zeker doen. In de tussentijd geniet ik natuurlijk ook van het strand, de muziek, de zon en de rest van het eiland. Ik kan beginnen bij de sportschool, ben ingeschreven bij de bibliotheek en begin bijna met heus werk.. Ich bin ein Sint Maartener :) (met een blocnote, dat wel).

dinsdag 13 januari 2009

First days

En opeens was ik er.. zo vanuit Nijmegen, via Amstenrade en Amsterdam, gedropt door KLM op het vliegveld van Sint Maarten. Opgehaald door via-via-via mensen, wederom gedropt en daar zat ik dan, aan tafel met Paula-de-gekke-eigenaresse en Randy, medestudent uit Nijmegen, 12.000 km van huis. Wat een vreemd gevoel.

Alles lijkt zo snel gegaan de afgelopen weken. Nog maar net weer terug in Nederland, ingericht, gewend en opgestart. De voorbereidingen voor mijn afstudeeronderzoek begonnen al snel, maar toch leek het altijd nog ver weg. Totdat ik in het vliegtuig zat besefte ik nog steeds niet dat ik weer drie maanden weg zou zijn, weg van thuis en iedereen die daarbij hoort. Maar opeens was ik er.

Een vreemde gewaarwording, en toch kun je niets anders doen dan je eraan aanpassen. Dus daarom zit ik nu, op mijn tweede ochtend, te werken in het computerlab van de universiteit alsof ik hier al jaren kom. Ik neem de busjes, groet de buren en drink de shakes. Ik heb nog niet echt een idee hoe het allemaal gaat lopen, maar ik richt me maar op wat toch wel een beetje mijn motto is geworden sinds Zuid Afrika: Al sal reg kom.

Het eiland verraste me. Ik verwachtte ergens toch een soort 'warm Nederland', maar dat is het zeker niet. Het is inderdaad warm, erg warm, maar ook behoorlijk Antilliaans. Er zijn een paar plekken vol met toeristen en de bijbehorende restaurants, casino's en Kentucky Fried Chicken's, maar buiten die straten ziet alles er heel anders uit. De mensen praten Engels, Nederlands, Spaans, Papiamento. Er is leven op straat, kleur, maar ook verval. Mijn kamer ligt in de buitenwijk St. Peter's, een wijk vol grote, vervallen huizen, steile straten vol met gaten en hobbels, honden, kinderen, eettentjes en palmbomen. Hoewel het onmogelijk lijkt, ligt het niet dicht bij het strand. Jawel, het eiland is groter dan verwacht. Gisteren heb ik alweer de eerste flipflop-blaren gescoord, door flink wat te wandelen.

Ik heb nog niet veel gezien, maar dat komt allemaal wel. Een korte blik op het strand bij de stad bevestigde alle cliche's over de Cariben: het water is blauw, blauw, blauw. Hoewel ik me nog een beetje vervreemd voel (wat doe ik hier ook alweer?) heb ik er ook zin in. Een eerste interview is al gepland, eerste contacten zijn gelegd. Ik heb een flinke stapel boeken, een laptop, een onderzoeksvoorstel, wat films, muziek, zon, zee, vreemde culturen en een missie. Ik krijg mijn tijd vast wel om.

dinsdag 6 januari 2009

Koude voeten

Ze zijn koud, mijn voeten. Net als mijn oren en mijn handen. Als ik 's ochtends de deur uit stap snijdt de wind in mijn wangen en wordt mijn neus rood en ijskoud. Even erger ik me, maar dan denk ik aan volgende week..

Want:volgende week niets meer van dit alles.. Volgende week zit ik -jawel- op Sint Maarten. Ook al beweerde ik in mijn laatste bericht nog naar India te gaan - de plannen zijn veranderd en ik ga mijn Master onderzoek uitvoeren op dat mooie zonnige eiland in de Caribbean.

Vaak moeten mensen lachen als ze horen dat ik drie maanden naar de Caribbean ga. De eerste reactie is er nooit een van interesse, maar altijd een die zon, zee en strand bevat. 'Zo, dat heb je lekker uitgezocht', 'Nou, mag ik in jouw plaats?', 'Zeker lekker drie maanden op het strand liggen!'. Erg vervelend, maar ook ongeveer mijn eerste reactie toen dit onderzoeksproject een optie werd. Sint Maarten, dààr ga je toch niet heen voor je afstudeeronderzoek? Maar na een korte verdieping (zouden meer mensen moeten doen) heb ik dit idee snel naast me neer gelegd. De Cariben is een ontzettend interessante regio, zoveel verschillen op zo'n klein gebied - en dan toch redelijk vreedzaam. Zoveel syncretisme, multiculturaliteit, hybriditeit.. en dat allemaal zo dicht bij elkaar! Daarbij is het gebied ook een beetje een vergeten gebied, juist door al deze samensmeltingen en verschillende afkomsten: er is niet gemakkelijk een stempel op te plakken. Is het modern, derde wereld, ontwikkeld? Bovendien is de geschiedenis van het gebied ontzettend complex. We weten niet veel van voor de koloniale tijd, en de ontwikkeling van samenlevingen tijdens de koloniale tijd is juist weer heel afwijkend en ingewikkeld verlopen.

De komende drie maanden ga ik onderzoek doen naar de beleving van Nederlands burgerschap onder jonge Sint Maarteners. Mijn onderzoekspopulatie zal bestaan uit die jongeren die in Nederland hoger onderwijs hebben gevolgd, en daarna weer geremigreerd zijn naar het eiland. Het idee komt mede voort uit de problematiek die in Nederland bestaat, of gedacht wordt te bestaan, rondom Antilliaanse en Arubaanse migranten. Ook al zijn die probleemjongeren maar een klein deel van de Antillianen en Arubanen die in Nederland wonen, alle anderen worden erdoor gestigmatiseerd en zelfs gediscrimineerd (denk aan de Verwijsindex Antilliaanse jongeren). Migranten uit de andere delen van het Koninkrijk worden stug als allochtonen bestempeld en gereduceerd tot vreemdelingen die niets met Nederland te maken hebben. Dat we eigenlijk allemaal hetzelfde paspoort bezitten, wordt even vergeten.

Door intensief met de betreffende jongeren te praten en onder anderen muziek, literatuur en media te analyseren (en allerlei andere leuke onderzoeksmethoden uit te voeren) zal ik proberen om samen met de Sint Maarteners meer inzicht te krijgen in de problematiek, zowel in Nederland als op de Antillen. De aanstaande veranderingen in de Koninkrijksrelaties zullen natuurlijk ook aan de orde komen.

Maar goed, meer colleges volgen ongetwijfeld later.. Eerst maar eens in het vliegtuig. Ik heb er in ieder geval zin in, hoewel het ook weer spannend is om weg te gaan (ja, toch wel!). Ik houd me nu vooral bezig met inlezen, afronden, inpakken en uitzwaaien. Zondag vertrek ik. En tot die tijd (en ook wel daarna) denk ik toch stiekem aan mijn koude voeten, als iemand weer zo'n typisch grapje maakt.