vrijdag 20 maart 2009

Een tijd van komen en...

Mijn tijd op Sint Maarten is voorbij. Na een laatste hectische week is het nu bijna weekend, wat betekent dat ik afscheid moet nemen van alles en iedereen hier, mijn tas ga pakken, en op pad ga naar de Dominicaanse Republiek en Haiti. Ik vind het ontzettend jammer om weg te gaan, hoewel ik natuurlijk veel zin heb om weer nieuwe avonturen te beleven en Vince weer te zien. Maar ik heb in de afgelopen twee en een halve maand hier een thuis opgebouwd, met mijn huisgenootjes, met alle mensen die ik heb leren kennen en met het eiland zelf.

De laatste week was een bijzondere week. Na een weekend vol feestjes en dansen, heb ik maandag een bezoekje gebracht aan een illegale school. Under the Tree ligt in het centrum van Philipsburg, verscholen achter een paar huisjes en een grote boom. De omstandigheden zijn slecht, de kinderen zitten opgepropt in een vochtig huisje, met slechts een paar tafeltjes en stoeltjes (zie ook www.studentenmagazine.com en binnenkort www.noticias.nl). Weer een nieuwe kant van Sint Maarten. ’s Middags ben ik op bezoek geweest bij Carlson Velasquez, een fantastisch figuur dat zo uit een Western-film is gestapt. Met zijn 71 jaar heeft hij ‘Sint Maarten zien komen en gaan’, en met zijn wonderlijke verhalen heeft hij me al heel wat uurtjes vermaakt. Hij stond vroeger bekend als ‘One-shot Kelly’, vanwege zijn loopbaan als jager en zijn geoefendheid in dat vak. Nieuwsgierig als ik was, heb ik van de mogelijkheid gebruik gemaakt om mijn eerste schietles te regelen. Poef, poef! En geloof het of niet, maar hij vond dat ik het goed deed . Vanmiddag is, na de revolver van maandag, het jachtgeweer aan de beurt.

Dan dinsdag, een dag waarop ik een interview had met Lasana M. Sekou, een van ’s eilands grootste dichters en critici, en overtuigd onafhankelijkheidsvoorstander. Een boeiend en ook wel moeilijk interview, omdat hij behoorlijk fel tegen Nederland was, en daarmee toch ook een beetje tegen mij – hoewel hij zei het niet zo te bedoelen, kwam het wel zo over. Interessant desondanks. En ’s avonds, een dansles Afrikaanse dans bij Clara Reyes, choreografe, danseres en bijzonder persoon. Samen met Letty gingen we een avondje kijken naar haar dansles, maar dat feest ging niet door. Kijken?? Bij een dansles?? Niks daarvan, meedoen!

Woensdag, een dag vol interviews en kinderen. ’s Ochtends een gesprek bij Milton Peters College, de grootste Highschool van het eiland. Toen snel langs bij Commissioner Maria Buncamper-Molanus voor een interview, daarna door naar een interview met een docent van MPC en tenslotte twee lesuren met de eindexamenklassen, om te praten over Nederland, de nieuwe status van Sint Maarten en de Sint Maartense cultuur. Erg leuk om te doen, omdat de kinderen een duidelijke mening hebben en die ook graag laten horen. Vorige week heb ik eenzelfde iets gedaan op St. Dominic High, een andere middelbare school. Ook dat was erg leuk en leerzaam, voor mij en hopelijk ook een beetje voor de kinderen. Velen van hen zijn van plan om volgend jaar in Nederland te gaan studeren, en het is best vreemd om al die kinderen –vooral op MPC- Nederlands te horen spreken in de les. Op straat hoor je nauwelijks een woord Nederlands, en ook in de gangen van de school wordt vooral Engels gesproken. Het doet een beetje kunstmatig aan, maar natuurlijk is het voor die scholieren die volgend jaar naar Groningen, Rotterdam of Eindhoven gaan heel belangrijk.

Donderdag, samen met Sanny (informante en inmiddels Sint Maartense vriendin) naar Marigot, om opnieuw een Masterclass van Sir Roland Richardson te volgen. Sanny werkt bij de Daily Herald (vandaar ook dat artikel over mijn onderzoek) en dacht een leuk stuk over de schilder te kunnen schrijven, maar eigenlijk was het behoorlijk saai. Dus toen zijn we er maar tussenuit geglipt en hebben we lekker geluncht en gewinkeld in Marigot.. Dan in de bus terug naar huis, waar je, tussen Haitianen, Dominicanos en zogenaamd echte Sint Maartenaren midden in een discussie omtrent de Sint Maartense identiteit valt. Dat is zeker geen uitzondering, want Sint Maarten en zijn vele migranten zijn toch wel het gesprek van de dag, in de busjes en ook in de cafeetjes, in de pauze op school en bij de supermarkt. Gelukkig kan er wel nog veel om gelachen worden – wanneer iemand zich boos maakt omdat de buschauffeur Patois spreekt (Haitiaanse taal), is er altijd wel iemand die een bijdehandte opmerking maakt over zijn eigen niet-Sint Maartense achtergrond (“Kwam jouw moeder niet van St. Kitts?”) of iets dergelijks, waardoor de hele bus in een deuk ligt. Ik zal de busritjes missen als ik straks weer in een stille Lijn 10 zit.

En dan vandaag een laatste echte dag, die vooral bestaat uit informatie ordenen, boeken inleveren bij de bieb, afscheid nemen van Mireille en Mariska, en vanmiddag dan nog een schietles (heel normaal toch?). Mijn onderzoekstijd is omgevlogen, en als iemand wil beweren dat onderzoek doen saai is, dan moet hij maar eens langskomen (zie de beschrijving van mijn week - velen zijn eraan vooraf gegaan). Voordat ik hier kwam, was ik nog een beetje bang voor Sint Maarten. Zou ik het wel leuk vinden, al die toeristen, al die stagiaires…? En dan zo’n klein eiland! Sint Maarten heeft al mijn verwachtingen overtroffen – die toeristen en stagiaires zijn maar zo’n klein deel van het eiland, en zijn zo gemakkelijk te ontwijken. Het echte Sint Maarten (voor mij) is kleurrijk, afwisselend, chaotisch, vriendelijk, vrolijk, ongrijpbaar, groots en complex. Het echte Sint Maarten is voor iedereen anders, en daarom niet te beschrijven. Maar míjn echte Sint Maarten ga ik zeker missen!

maandag 16 maart 2009

Fotootjes

South Reward... Ook de jongeren in mijn buurt zijn in de ban van de Amerikaanse hiphop, en alles wat daarbij komt kijken. Op de Highschools, waar school uniformen verplicht zijn, wordt er streng op gelet of kinderen zich neutraal kleden: een rode bandana is uit den boze. De jeugd gangs op Sint Maarten dragen namelijk bepaalde kleuren, en deze gangs moeten zo ver mogelijk uit het leven op schoo;l gehouden worden.



Mireille a.k.a. Myrakyeles met haar twee dochtertjes, op de markt in Marigot. Mireille heeft me hier wegwijs gemaakt in de Rastafari cultuur, en 's middags ga ik vaak langs bij haar winkeltje om te lunchen, kletsen, nieuwe spullen te bekijken of zelfs interviews uit te werken.




Anguilla Paradise. Samen met Frank en Letty heb ik een paar weken geleden een dagtrip naar Anguilla gemaakt. Anguilla is ongeveer even groot als Sint Maarten, maar er wonen veel minder mensen. Er zijn geen casino's en nachtclubs, geen grote supermarkten, geen enorme resorts. Hoewel het toerisme ook daar opkomt, wordt het er veel beter gereguleerd dan op Sweet Sint Ma'ten Land. Verder is Anguilla ook een favoriete plek voor de Rich & Famous.. wie, dat weten we niet, maar de tientallen prive vliegtuigjes op het vliegveldje spreke voor zich.



Carnaval in Marigot. Hoewel we een paar uur op de optocht moesten wachten, en we steeds verder het hek in gedrukt werden, was het toch de moeite waard. Carnaval in de zon, laten we dat in Nederland ook invoeren!



Saba, the Unspoiled Queen. Samen met papa en mama heb ik een tochtje naar Saba gemaakt, zo'n anderhalf uur varen hier vandaan. Er wonen zo'n 1500 mensen en er gebeurt volgens mij helemaal niets. Saba noemt zichzelf the Unspoiled Queen, en die naam is zeker toepasselijk. In tegenstelling tot -wederom- SXM, is de Sabaanse bevolking erg milieubewust. Het eiland is schoon, en er zijn allerlei regels voor het bouwen van nieuwe dingen. Zo moeten alle huizen dezelfde kleuren hebben: witte muren, rode daken, groene kozijnen. Verder is het op Saba ontzettend stil, zijn er vier dorpjes, een weg, een school en twee restaurants, en that's it. Een paradijsje.. maar niet voor te lang, tenzij je in een bibliotheek woont.



Masterclass bij Sir Roland Richardson. Rastaman Albert is zijn model voor deze ochtend, en binnen twee uur staat hij levensecht op doek. Roland Richardson is de eerste native-born schilder op het eiland, en is geobsedeerd door licht, geloof ik. Hij maakt minstens twee schilderijen per week.



Dan toch ook maar eens een fotootje van mijzelf. Hier als Heineken-promotiepaal op de Heineken Regatta, samen met een Venezolaand meisje waarmee ik tussen het bierblikjes-verkopen door fanatiek mijn Spaans geoefend heb.




En dan nog eentje.. Samen met huisgenootje Letty op een strandfeestje. Oke, Letty zie je niet zo heel goed, maar ze is er wel :) De pet is van Frank, die op de volgende foto een kokosnoot staat te hakken op Anguilla. Ja, de foto is in scene gezet.






En mijn artikel in de krant.. Groot he???

zondag 8 maart 2009

Heineken en beroemdheid

De Heineken Regatta is begonnen, en dat betekent nog meer boten dan er al waren, veel muziek (oa The Wailers!), feest, Heineken, toeristen, bands uit alle hoeken van de Caribbean en tja, gezelligheid dus. De Regatta is de grootste zeilrace van de Caribbean en, naast het carnaval in april, toch wel dé happening op Sint Maarten. Erg leuk dus dat ik daar bij kan zijn. Honderden zeilboten hebben zich de afgelopen week verzameld in de vele havens van het eiland, om drie dagen lang te racen, feesten en drinken. Het aantal Nederlanders is opvallend gestegen, waarbij het accent toch wel ligt op rondbuikige, polo-dragende, brallende groepjes mannen die het duidelijk naar hun zin hebben en zich uitleven op de reggae en salsa en er af en toe een polonaise in gooien. Fascinerend.

Via een respondent heb ik een plekje weten te bemachtigen achter een Heineken-barretje, om zo nog wat bij te verdienen – dat kwam goed uit, omdat ik afgelopen maandag ontslag heb genomen bij het Ministerie van Onderwijs. Het werk daar kostte me teveel tijd en had te weinig te maken met mijn eigen onderzoek om er mee door te gaan, helaas. En omdat de tijd toch wel begint te dringen en ik nog heel wat werk heb liggen, leek het me beter me op mijn eigen onderzoek te focussen. Na de Regatta natuurlijk weer, want deze dagen zal er niet meer veel komen van interviewen en uitwerken (*gaap*).

Allemaal hartstikke leuk dus, die Regatta, en goed voor het eiland dat er weer zoveel mensen zijn. Of beter gezegd: goed voor de economie van het eiland, maar niet voor het eiland zelf. Ik ben niet de enige die opmerkt dat dit kleine stukje paradijs toch wel behoorlijk vol begint te raken – met hotels, mensen, casino’s en vooral auto’s. De paar wegen die er zijn staan zo goed als constant vol, en een ritje van 10 minuten kost je zo al snel een uur. En dan de natuur: Sint Maarten heeft zo’n mooie natuur, groene bergen, mangrove, zelfs weilanden, maar alles moet langzamerhand wijken voor de hotels. Van duurzaam ondernemen of bouwen hebben ze hier nog niet echt gehoord, en sowieso lijkt de overheid zich niet echt bezig te houden met de toekomst. Toekomst, kun je daar geld mee verdienen?

Een typisch voorbeeld van het gebrek aan bewustzijn rondom milieu, duurzaamheid en cultureel erfgoed (want ook daar heeft men hier geen kaas van gegeten), is het zoutpond. Midden in Philipsburg ligt een groot meer, dat vroeger bomvol zat met zout – wat ook Sint Maartens belangrijkste exportproduct was. Het eiland heeft dus een geschiedenis van saltpickers en de enkele artiesten die zich wel met Sint Maartens culturele en historische waarde bezighouden maken daar ook veelvuldig gebruik van (zoek bijvoorbeeld eens op Lasana M. Sekou – The Salt Reaper). Maar de regering lijkt er weinig om te geven, want het o zo mooie symbolische saltpond wordt nu gesierd door een grote vuilnisbelt in het midden, waardoor het niet alleen lelijk wordt om naar te kijken, maar ook verschrikkelijk vervuild. Had het zoutmeer ooit een helende werking (een uurtje in het zout zitten geneest al je kwaaltjes), tegenwoordig kun je er maar beter zo ver mogelijk uit de buurt blijven. Op sommige dagen stikt het rond het meer van de midgi’s, vervelende zwarte vliegjes. Om deze plaag tegen te gaan, haalt Sint Maarten –je gelooft het niet- zout uit Bonaire om over de vliegeneitjes te strooien. En toen was het eind zoek…

Een voorbeeld van een van de vele verbazingen waar ik elke dag weer in terecht kom. Een respondente verwoordde het mooi, toen ze Nederland en Sint Maarten met elkaar vergeleek: “In Nederland weet je meestal waar je aan toe bent, maar op Sint Maarten ga ik door veel meer emoties op één dag.” Het ene moment voer je een gezellig gesprek met de taxichauffeur, het volgende moment word je afgesnauwd door de caissière. Het ene moment loop je fluitend door het zonnetje, het andere moment valt er een enorme regenbui op je hoofd. Het ene moment denk je vriendelijk te zijn tegen je Jamaicaanse buurjongen, het andere moment erger je je dood aan hem omdat hij elke ochtend en avond belt en zich dan ‘your Jamaican boyfriend’ noemt. De mooiste personificatie van deze schizofrene kant van Sint Maarten is dan natuurlijk mijn huisbazin Paula, die je de ene ochtend omhelzend goedemorgen wenst, en de ochtend daarna schreeuwend voor je raam staat omdat je je post niet uit de brievenbus haalt. Ach ja. Een beetje afwisseling houd je scherp, zullen we maar zeggen.

Ook in mijn onderzoek komt weer wat meer afwisseling. De afgelopen weken heb ik vooral geïnterviewd, wat erg vermoeiend kan zijn. Na drie interviews op een dag is het gewoon best lastig om nog geïnteresseerd te blijven, en scherp, en goed door te vragen. Gelukkig heb ik het grootste deel van de diepte-interviews gehad. De komende twee weken staan nu nog een aantal gesprekken met kunstenaars gepland, een enquête op een middelbare school, een discussiegroep met studenten Caribbean Studies, een aantal kerkbezoeken (je kunt er toch niet omheen hier) en een laatste poging tot het bijwonen van een Rastafari Tabernacle. Donderdag heb ik een Masterclass schilderen gevolgd (nou ja, ik heb gekeken hoe iemand anders schildert) bij Roland Richardson, Sint Maartens eerste native-born schilder. Erg leuk. Vrijdag stond ik in the middle of nowhere ergens tussen het Nederlandse en Franse deel, waar ik een Sint Maartense muzikant zou interviewen – helaas was hij mijn afspraak vergeten en was hij niet thuis, maar mooi was het er wel. Gisteren stond ik in de krant, en niet zo’n beetje ook – woensdag werd ik geïnterviewd en ik verwachtte een klein blokje ergens in een hoekje, maar het bleek dus om een anderhalve pagina-artikel met twee enorme foto’s te gaan. Dus gisterenavond ben ik voor het eerst in mijn leven herkend op straat!!!!! Een bijzondere ervaring. Gelukkig was de betreffende persoon erg enthousiast over het artikel en was hij zelfs trots op me, dus dat was een opluchting. En vanochtend kreeg ik mijn eerste fanmail al.. Zo is er elke dag weer iets bijzonders, zelfs op zo’n klein plekje als Sint Maarten – een speldenprik in de oceaan, maar toch zo vol met leven.