vrijdag 13 februari 2009

Het onderzoek

Time flies when you’re having fun… Of als je heel veel te doen hebt. Opeens ben ik al halverwege mijn onderzoekstijd en er moet nog zoveel gebeuren. Toch loopt alles ook wel aardig, af en toe onderbroken door een tegenvaller. Zo stond ik vanochtend om 7.30 uur (tja..) met mijn 80 enquetes bij St. Dominic Highschool om de laatstejaars te ondervragen over hun perceptie van Nederland, toen de docent met wie ik de afspraak er niet bleek te zijn – ziek. Of zo bleek de informante die ik gisteren interviewde maar 15 minuten tijd te hebben.. Terwijl ik toch wel op anderhalf uur rekende. Maar dat zijn kleine dingetjes natuurlijk, en eigenlijk gaat alles best zoals het zou moeten gaan. Ik heb veel interviews, nu ook via het Department of Education.

Mijn dagen bestaan nu vooral uit interviewen en interviews uitwerken, en tussendoor nog wat registraties doen op het ministerie. Het is ontzettend leuk, je ontmoet zoveel verschillende mensen en komt op zoveel verschillende plekken. Afgelopen week had ik bijvoorbeeld ook een interview met Ras Mosera, een redelijk bekende kunstenaar uit St. Lucia, die hier al 25 jaar woont. Hij had weer zo’n andere kijk op het eiland dan de mensen die ik daarvoor gesproken had. Tijdens een interview met een lokale politicus, werd bijvoorbeeld heel erg hét Sint Maarten benadrukt, het eiland Sint Maarten dat het alleen moet redden, moet opboksen tegen grote broer (nou ja.. broer..) Curacao, en de uniekheid van dat eiland. Mosera daarentegen gelooft veel meer in de eenheid van de Caribbean, een Caribische cultuur die alle mensen hier bindt. “The Caribbean drives you crazy man”, zo zei hij, “It’s not easy to understand”.

Veel mensen geven wel duidelijk aan blij te zijn van Curacao los te komen, omdat ze zich politiek gezien vaak benadeeld hebben gevoeld. Het gaat dan vooral over geldzaken natuurlijk. Toch ziet tot nu toe niemand Sint Maarten echt onafhankelijk worden, de meeste mensen zijn juist erg blij met Nederland en de mogelijkheden die het Nederlandse paspoort hen biedt. Ze willen het dan ook voor geen goud inruilen voor een Sint Maartens paspoort (op enkele uitzonderingen na natuurlijk).

Op de vraag wat de Sint Maartense cultuur inhoudt, geeft men bijna unaniem het antwoord dat Sint Maarten geen cultuur (meer) heeft. Er zijn teveel verschillende nationaliteiten, teveel verschillende talen en achtergronden om van ‘de Sint Maartense cultuur’ te spreken. Dat dat misschien juist een nieuwe Sint Maartense cultuur is, is iets dat maar weinig mensen zo zien. Voor mij is dat juist hetgene wat Sint Maarten zo bijzonder maakt.

De veronderstelling die ik had (en ook stel in mijn onderzoek) dat Sint Maarten eigenlijk een ver geglobaliseerde samenleving is -en in dat opzicht dus voorloopt op Europa-, wordt alleen maar bevestigd. Iedereen reist hier, ik heb nog niemand ontmoet wiens ouders beide op Sint Maarten zijn geboren, en het is vanzelfsprekend om naar Nederland, Amerika of een ander eiland te gaan voor studie of werk. Mensen spreken altijd minstens twee talen, vaak drie of vier. Natuurlijk gaat niet alles soepel, men heeft vooroordelen over de verschillende groepen die hier wonen, mensen met dezelfde afkomst trekken naar elkaar toe, maar toch, in het alledaagse leven, op straat, in de winkels, op de scholen – iedereen mixt. Veel mensen noemen Sint Maarten een melting pot; volgens Jay Haviser is het meer een mozaiek: iedereen heeft zijn eigen steentje, maar men wordt gebonden door cement. Dat cement is hier de economie, waarin iedere arbeidskracht hard nodig is.

Toch zijn er veel problemen met illegalen of niet-geregistreerden. Ook hier zijn er mensen die deze migranten allemaal het land uit willen hebben, die vinden dat ze de cultuur verpesten, het land onderuit halen. Maar zelfs deze mensen moeten toegeven dat, zonder Haitianen bijvoorbeeld, er geen hotels meer zouden worden schoongemaakt, geen tuinen meer worden onderhouden. De Haitianen, vaak laag opgeleid, nemen alle laagbetaalde banen over en geen Sint Maartenaar wil deze klussen nog doen. Er is dan ook kritiek op de overheid, die volgens velen juist de verkeerde mensen het land uitzet. Busjes met mensen die op weg zijn naar hun werk worden aangehouden, restaurants worden gecontroleerd, maar de mensen die op straat hangen en niets doen worden met rust gelaten. Volgens sommigen omdat de politie hen niet aankan – dit zijn de mensen die zich in het criminele circuit bewegen. Wil Sint Maarten een status aparte krijgen, dan zal er in ieder geval nog veel moeten gebeuren. Wat precies, dat weet niemand.

Vanavond ga ik dan eindelijk naar een Rastafari Bijbelstudie (Jah Bless!), en dit weekend kan ik hopelijk weer eens genieten van het lekkere weer (hoewel het de laatste week veel heeft gestortregend). Een tripje naar Anguilla staat op het programma. Volgende week krijg ik bezoek van het thuisfront, papa en mama komen vanaf vrijdag Carnaval vieren aan deze kant van de oceaan. Een volgend avontuur is ook al gepland, 22 maart vlieg ik naar de Dominicaanse Republiek om daar nog ruim twee weken rond te trekken, ook door Haiti, met Vince. Maar tot dan nog even hard werken hier!

6 opmerkingen:

Anoniem zei

Groetjes van Bart van Es

Anoniem zei

Spannend, interessant en wat een leuke vooruitzichten!!
Hopelijk heb je gauw ff tijd om weer wat foto´s te maken en door te mailen natuurlijk!!
Liefs en een fijne tijd samen met je ouders!!Alaaf!!
Natuurlijk ook veel groetjes en liefs van je padrino.

Anoniem zei

He Jens,

Op een gegeven moment leek het net alsof ik een stuk van je in StudentenMagazine aan het lezen was. Leuk!
xx
Carolien

Anoniem zei

rastafari bijbelstudie... ben benieuwd..!
en veel spaas met carnaval op z'n caraibisch!
groetjes eltjo

Anoniem zei

Hoi, hoi,

de koffers zijn gepakt ... en... tot morgen!!!
Hoe klinkt dat?
Liefs, Henriette.

Anoniem zei

Wauw, klinkt echt alsof je alle kanten en alle lagen van het eiland meekrijgt.

Mareh die dominosteentjes kun je daar laten hoor...time flies dan misschien wel, maar je bent nog geen 70. Bovendien denk ik niet dat ik nog een toevoeging aan de spelletjesnachtmerrie aankan.

groetjes, moïra