vrijdag 20 juni 2008

Cuzco, het andere Peru

Na onze Chili-ervaring en een hele leuke tijd in het onvermijdelijke Cuzco, is het wel weer tijd voor een update. Ik geloof dat we bij het vorige bericht juist waren aangekomen in Iquique, een redelijk grote stad aan de Chileense kust. Op zich best leuk, we zaten in een leuk hostel en hebben vanuit daar nog een heel bijzonder bezoek gebracht aan het spookdorp Humberstone. Humberstone was een tijdlang een welvarend stadje, dat leefde van een grondstof; salpeter, nitraat, iets dergelijks. Het is me niet helemaal duidelijk geworden wat men hiermee deed, maar ik geloof dat het onder anderen voor kunstmest gebruikt werd. Anderen weten hier vast meer over. Maar wat Humberstone zo interessant maakt, is dat het stadje rond 1960 volledig verlaten is. ´De grondstof´ was niet meer nodig en aangezien dit de enige reden om daar te leven was (en ook min of meer de enige bestaansmogelijkheid), hebben alle inwoners hun biezen gepakt. Wat overbleef was dus een spookdorp, dat UNESCO een aantal jaar geleden tot Werelderfgoed heeft verheven. Maar wat een absurde ervaring om zo door een verlaten stadje te lopen! Veel huizen en belangrijke gebouwen zijn nog min of meer intact, dus je kunt zo het theater in lopen, het zwembad, de bibliotheek, etc. Beetje griezelig ook wel.

Na Iquique hebben we nog een tussenstop gemaakt in Arica, een noordelijker gelegen kustplaatsje, maar daarna zijn we snel weer doorgereisd naar Peru. Chili mag dan een welvarender land zijn, wat af en toe wel fijn is, het is ook ontzettend duur (zeker in vergelijking met Bolivia) en bovendien is het onmogelijk om met de Chilenen te communiceren. Ik weet niet wat voor taal ze precies spreken, maar het lijkt echt niet op Spaans.. (hoewel het dat wel is). En daarbij mist Chili ook een beetje het karakteristieke van Bolivia en Peru, de markten -vooral!-, de vele kraampjes op straat, de api en empanadas, etc. Maar we hebben natuurlijk maar heel weinig van het land gezien, dus ik geloof best dat andere delen weer heel anders zijn.

Vanuit grensdorp Tacna in Peru hebben we een spannende busreis gehad naar Cuzco. Hoewel we redelijk wat betaald hadden voor ons ticket, was het comfort in de bus ver te zoeken. Het is wel de moeite waard om te vermelden dat de nachten in deze omgeving echt heel erg koud zijn, en het vroor dan ook ín onze bus. Rond een uur of twaalf ´s nachts was er opeens een probleempje; wegens een wegblokkade moest onze bus ´omrijden´, wat ervoor zorgde dat we vast kwamen te staan in een rivier. Juist. Ongeveer drie uur later en veel discussies, pogingen en bemoeienissen later konden we gelukkig weer verder. Zo rond vier uur ´s nachts moesten we opeens van bus wisselen, in the middle of nowhere.. wij snapten er in ieder geval niets meer van. De volgende dag, veel te laat voor de wedstrijd Nederland-Frankrijk, kwamen we dan toch aan in Cuzco. Gelukkig hier een fijn hostel gevonden in een leuke buurt en een heus vegetarisch restaurant.

Maar Cuzco. Toch wel zo´n beetje dé plek van Zuid Amerika, waar je eigenlijk niet omheen kunt. En het klopt, Cuzco is ontzettend leuk en gezellig en we hebben er een paar leuke, dure dagen gehad. Omdat Cuzco zo´n populaire toeristenstad is, is alles er natuurlijk weer een stuk duurder. Daarbij wordt je dood gegooid met souvenirs, massages en toeristentours. Maar de sfeer in de stad was heel leuk, vooral de wijk waarin wij woonden, San Blas. Ook heerlijk om eens een echte vegetarische maaltijd te kunnen eten en natuurlijk is de omgeving van Cuzco prachtig.

Cuzco was eens de hoofdstad van het Incarijk (vandaar dat elk restaurant Inka Wasi of iets dergelijks heet), en in de omgeving zijn nog heel veel ruines gevonden en te bezichtigen, waarvan de bekendste Machu Picchu. De omgeving van Cuzco wordt de Heilige Vallei genoemd, en dat is zeker geen verkeerde naam, want de bergen en valleien zijn echt magisch. Zondag zijn we een stuk de Vallei ingegaan met een local bus, tot in het dorpje Pisac. Vanuit hier kun je een mooie wandeling maken langs heel veel ruines. Heel mooi, en ook helemaal niet zo toeristisch. Die dag zijn we nog verder gereisd naar Ollantaytambo en vanuit daar hebben we de trein genomen naar Aguas Calientes, het dorpje dat het dichtst bij Machu Picchu ligt. Want maandag was de Machu Picchu pretpark dag. Ongelofelijk hoeveel toeristen zich op dat kleine stukje berg bevinden. Hoewel de ruines zelf echt heel indrukwekkend zijn, maakt het dat toch allemaal een beetje nep. Bovendien betaal je je blauw aan alles (trein, bus, toegang, garderobe, wc, voedsel), want Machu Picchu wordt geleid door een monopolie. Waar al het geld heen gaat is tot nu toe nog een raadsel. Maar goed, ´s ochtends om zeven uur stonden wij klaar voor de poort-nog een beetje brak omdat we de avond van tevoren de Pisco Sours van Aguas Calientes getest hadden en een pre-rondleiding van de barman hadden gekregen. Een van de hoogtepunten (letterlijk en figuurlijk) is het beklimmen van de Huayna Picchu, een berg vanwaar je een heel mooi uitzicht hebt op de stad Machu Picchu. Zwaar (voor mij dan, voor Vince natuurlijk een eitje na de Huayna Potosi), maar ook heel mooi. Bovendien waren wij een van de eersten, en was het nog niet zo druk op de berg. Toen we zo´n drie uur later weer beneden kwamen, stond er een heuse rij.. Hoezo pretpark?

Maar het bezoek was wel echt de moeite waard, ongelofelijk wat die Inca´s allemaal geproduceerd hebben in zo´n korte tijd. De gebouwen staan op de meest onmogelijke plekken, ingebouwd in de rotsen, gemaakt van enorme stenen. Bovendien zijn er nog zoveel mysteries rondom Machu Picchu en de hele Incasamenleving; maakt het toch wel een beetje spannend allemaal.

Na Machu Picchu hebben we nog twee daagjes in Cuzco doorgebracht, met stadten, voetbal kijken in een Nederlands restaurant, de lokale markt bezoeken om een tent te kopen en een bezoek te brengen aan een groot festival in de buurt. Dit laatste was nog wel een aparte ervaring; rond twee uur zou het programma beginnen, dachten wij, en hoofdact was het superpopulaire Gruppo Cinco - het zijn echte helden in Peru. Mochten wij niet missen, toch? Helaas was de organisatie, verrassend genoeg, niet optimaal en stond er nog een enorme rij toen wij om één uur aankwamen, vol met boze mensen omdat ze niet naar binnen mochten. Na een tijdje werd er enthousiast op de deuren gebonkt en geslagen en in koor ´Hora, hora´ geroepen. Het kon niemand echter deren, want we moesten nog tot half vijf wachten voor we naar binnen mochten. Toen de kaartverkoop eindelijk begon, bleken de eerste vijftig mensen slechts in de rij te staan om kaartjes door te verkopen (tegen een hogere prijs uiteraard), en toen we eindelijk binnen waren hoorden we dat Gruppo Cinco pas om zeven uur zou spelen.. Helaas, want wij moesten om half acht op het busstation zijn voor onze bus naar Ica, waar we nu zijn. Toch was het leuk om nog over het terrein rond te lopen, met heel veel eetkraampjes en heel veel vlees; levend en dood. Er was namelijk ook een soort veemarkt, met de vreemdste schapen en lama´s.

Maar na een voorspoedigere busreis dan de vorige hebben we nu onze nieuwe tent opgezet in Ica, een stadje aan de kust onder Lima. Vanmiddag gaan we sandboarden op de enorme duinen hier, en over niet al te lange tijd gaan we weer verder noordwaarts. De tijd vliegt namelijk, zoals altijd, en we willen nog een behoorlijk stukje naar het noorden afleggen; na Peru op naar Ecuador.

Alles gaat nog steeds min of meer voorspoedig hier, de tegenslagen zijn gemakkelijk te overwinnen en het is natuurlijk ontzettend luxe om zomaar zo´n tijd te kunnen rondreizen. Wel hebben we na Cuzco weer even genoeg van de toeristengebieden; hoewel we zelf natuurlijk ook toerist zijn, blijven het toch aparte plekken. Het verschil tussen toerist of backpacker en lokale bevolking is zo groot; beiden lijken elkaar niet echt als mensen te zien. De toerist wordt een geldmachine, iets of iemand die je maar zoveel mogelijk moet afzetten; de lokale bewoner wordt een opdringerige verkoper die je prullen wil aansmeren. Heel jammer. Terwijl je juist zoveel mogelijk van een ander land wil meekrijgen, wordt je in die gebieden dood gegooid met pizzatenten en Happy Hours; toch niet echt waar ik op zit te wachten. En hoewel Cuzco zeker wel de moeite waard was, en het ook wel leuk was om lekker te kunnen uit eten of uit te kunnen gaan in plekken die meer op die van thuis lijken, is het toch ook niet het échte Peru dat je dan ziet. In La Paz was er natuurlijk ook een bepaald verschil tussen mij en de Paseña´s, maar door samen te werken en samen te wonen kom je vanzelf meer op één lijn en leer je elkaar als persoon kennen, niet als toerist. En hoewel ik me wel bewust ben dat er altijd een soort kloof zal blijven -omdat ik uit een ander land kom, meer geld heb, meer mogelijkheden heb, Zuid Amerika kan bezoeken-, hoop ik toch dat we de komende tijd weer wat meer kunnen ´opgaan´ in de cultuur en het echte leven en de pizzeria´s en cocktailbars lekker in Cuzco kunnen laten. Maar ik denk dat dat wel zal lukken.. Ik hou jullie op de hoogte!

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Lieve Jenny,
Het wordt een afgezaagd berichtje, maar wat kan ik anders zeggen dan dat dit weer een prachtig en boeiend,relativerend, lekker lang verhaal is. Nieuwsgierig ben ik op het net op zoek gegaan naar Humberstone en kwam niet verder dan inderdaad het produceren van meststof, zelfs voor Europa. Vreemd inderdaad zo'n spookstad. Net een film. Na veel onbekende bestemmingen voor mij eindelijk een bekende naam Cuzco en Machu P.
Hier de verjaardag van Lisa zondag gevierd.Gezellig ook met je ouders. De kinderen groeien als kool. Ook Vince en Jim. Met Vince gisterenavond op de nightcare gezeten en moest daar ook aan jou denken. Hij was gevallen in het zwembad en heeft een lichte hersenschudding. Het is nog niet zeker wanneer de fam. naar Senegal vertrekt, maar wel zeker dat het al gauw zal zijn. De container is er al met hun spulletjes. Je padrino heeft zijn auto ingeruild na weken autopech, zeg maar geen auto. De inruil zie je wel bij terugkomst. Morgen naar de Efteling. Laat ik ook eens een ruige bestemming opnoemen. (25 aug naar Cur.)
Kijk uit naar het volgende verslag.
Liefs en groetjes voor jullie beiden. Cuidado!!!!

Anoniem zei

Lieve backpackers,

Zoals alle eerdere verhalen heb ik ook dit uitermate boeiende relaas met gretigheid gelezen! Het stadium van “ verslaggever in notendop” ben je wat mij betreft al overstegen.
Ik hoop van harte dat jullie weer in wat nauwer contact komen met de locals. Uiteindelijk zijn zij degenen die een land maken tot wat het is en je voelt je dan vanzelf een beetje minder toerist.

Ik kijk nu al uit naar jullie feestdag, dan spreken wij elkaar. Tot zaterdag.

Heel veel liefs.